L.S. 2ème unité h/v

L.S. 2ème unité h/v
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

L.S. 2ème unité h/v

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1.  De Franse klok 


2. de dagen van de week

Slide 2 - Slide

FRANS KLOK

Hoe zeg je ''HET IS.... (4 uur)''?
A
C'est...
B
Elle est....
C
On est...
D
Il est ...

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Grijze deel van de klok is:
A
MIN-kant
B
PLUS-kant

Slide 5 - Quiz

Welke is goed?
A
Il est une heures.
B
Il est trois heure.
C
Il est quatre heures.
D
Il est un heure.

Slide 6 - Quiz

Il est sept heures cinq =
A
Het is 4.10 uur.
B
Het is 7.10 uur.
C
Het is 4.05 uur.
D
Het is 7.05 uur.

Slide 7 - Quiz

Il est sept heures moins cinq =
A
Het is 6.55 uur.
B
Het is 7.05 uur.
C
Het is 7.55 uur.
D
Het is 6.05 uur.

Slide 8 - Quiz

1. Il est dix heures moins le quart.
2. Il est huit heures et quart.
A
1. Het is 10.15 uur. 2. Het is 8.15 uur.
B
1. Het is 9.45 uur. 2. Het is 8.15 uur.
C
1. Het is 9.45 uur. 2. Het is 7.45 uur.
D
1. Het is 10.15 uur. 2. Het is 7.45 uur.

Slide 9 - Quiz

het hoogste aantal uren bij de analoge klok is ....
A
11
B
12
C
24
D
20

Slide 10 - Quiz

hoe laat is het?
A
Quelle heure est-elle?
B
Quel heure est-il?
C
Quelle heure est-il?

Slide 11 - Quiz

Quelle heure est-il?
A
Il est midi.
B
Il est minuit.
C
Il est douze heures.
D
Il est douze heure.

Slide 12 - Quiz

Quelle heure est-il?

Slide 13 - Open question

Quelle heure est-il?
Il est...

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

2. Quel est le bon ordre pour les jours de la semaine ?
A
lundi, mercredi, dimanche, jeudi, samedi, mardi, vendredi
B
dimanche, lundi, jeudi, vendredi, samedi, mardi, mercredi
C
lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi, dimanche
D
mercredi, jeudi, dimanche, samedi, vendredi, lundi, mardi

Slide 16 - Quiz

les jours de la semaine:
schrijf de 7 dagen van de week op

Slide 17 - Open question