Vochtbalans

Zorgverlener  
Interventies
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Zorgverlener  
Interventies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een vochtbalans bijhouden is een hulpmiddel bij het controleren of een zorgvrager niet uitdroogt
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee symptomen van uitdroging
A
veel urineproductie
B
hoofdpijn
C
afgenomen elasticiteit vd huid
D
geen dorst

Slide 4 - Quiz

Bij uitdroging is het van belang de vochtbalans aan te vullen > dit komt volgende week
Een slechte huidturgor duidt op een positieve vochtbalans
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Braken is een reden voor het starten van een vochtbalans?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meest belangrijkste verpleegkundig aandachtspunt bij hartfalen?
A
Vochtbalans
B
Lage bloeddruk
C
Stress
D
Cholesterol

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een negatief vochtbalans?
A
Meer vocht in dan uit.
B
Meer vocht uit dan in.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een positieve vochtbalans past bij?
A
hartfalen, nierinsufficiëntie, hyperhydratatie.
B
brandwonden, bloedverlies en hyperhydratatie
C
diuretica brandwonden polyurie
D
koorts/zweten/ tachypneu

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Heeft een zorgvrager een positieve vochtbalans( bv + 500ml) dan heeft hij 500ml te weinig gedronken
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dehydratie?
A
uitdroging
B
ondervoeding
C
bloedvergiftiging
D
zuurstofgebrek

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

"Vochtbeperking"
Wat betekent dit?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vochtbeperking

Soms krijgt de zorgvrager een vochtbeperking van de arts. Dit is dan, omdat het hart of de nieren van de patiënt het vocht niet goed kunnen verwerken. De zorgvrager krijgt dan een beperking van de hoeveelheid vocht die hij binnen mag krijgen. Dat kan bijvoorbeeld maximaal 1,5 liter per 24 uur zijn.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions