B4: The Past and Me

B4: The Past and Me
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

B4: The Past and Me

Slide 1 - Slide

What do you already know?

Slide 2 - Slide


Read these sentences in your head (20 sec):
She went on holiday last summer.
We walked to his house yesterday.
Two days ago, it rained heavily.
It was very cold last night.

Slide 3 - Slide

In welke tijd staan de zinnen?
A
Present Simple Tense
B
Past Simple Tense
C
Present Continuous Tense
D
Past Continuous Tense

Slide 4 - Quiz

The Past Simple
She went on holiday last summer.
We walked to his house yesterday.
Two days ago, it rained heavily.
It was very cold last night.

Slide 5 - Slide

The Past Simple
She went on holiday last summer.
We walked to his house yesterday.
Two days ago, it rained heavily.
It was very cold last night.

Slide 6 - Slide

The Past Simple
  • Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen

Let op tijdsbepaling! (yesterday, one month ago, last year, etc.)

Let op onregelmatige werkwoorden!
be - was/were
go - went
etc.

Slide 7 - Slide

But now... something new!

Slide 8 - Slide


Lesson goals:
Aan het einde van deze les...
  • kun je uitleggen wanneer je de Present Perfect gebruikt
  • kun je uitleggen hoe je de Present Perfect gebruikt

Slide 9 - Slide

Present Perfect
Voltooid Tegenw. Tijd

Slide 10 - Slide

Present Perfect
Voltooid Tegenw. Tijd
  1. Wanneer gebruik je de Present Perfect?

  2. Hoe gebruik je de Present Perfect?

  3. Het verschil tussen de Present Simple, de Past Simple en de Present Perfect 

Slide 11 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?
Om aan te geven dat... (4 situaties)
  • iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer
'We have finished all our work.'

  • iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat
'I have been here since 11 o'clock.'
Signaalwoorden: since, forin

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?
Om aan te geven dat...
  • iets in het verleden is gebeurd waarvan je nu het resultaat ziet
'I've finished my homework. Here it is.'

  • iets net of iets nog niet is gebeurd
'They've just sent him a message.'
'I haven't finished this yet.'
Signaalwoorden: just, lately, recentlyyet

Slide 13 - Slide

How is it going so far?
Ik snap het nog niet helemaal
Ik denk dat ik alles tot nu toe snap
Ik weet zeker dat ik alles tot nu toe snap

Slide 14 - Poll

Hoe gebruik je de Present Perfect?
Je maakt de Present Perfect met have / has + voltooid deelwoord.

Write - Wrote - Written (derde rijtje)

Bevestigend: 'I have written a book.'
Ontkennend: 'I haven't written a book.'
Vragend: 'Have I written a book?'

Slide 15 - Slide

Het verschil tussen de Present Simple, 
de Past Simple en de Present Perfect 

I live in London. 
I lived in London six years ago. 
I have lived in London since 1998.

Slide 16 - Slide

A quick summary: Present Perfect
Have / Has + voltooid deelwoord

  • iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
  • in verleden begonnen, nog steeds bezig
  • in verleden gebeurd, nu resultaat
  • net of nog niet gebeurd

Slide 17 - Slide

One question to practise!

Slide 18 - Slide

Our neighbours _____ (live) here since 2006.
A
have lived
B
lived

Slide 19 - Quiz

Now:

Slide 20 - Slide

Now:
  • Do Assignment B: Grammar 1

  • By yourself or quietly with your duo partner
  • Come to my desk if you have a question (max. 2 people)
  • Until 10:55

Slide 21 - Slide


Lesson goals:
Aan het einde van deze les...
  • kun je uitleggen wanneer je de Present Perfect gebruikt
  • kun je uitleggen hoe je de Present Perfect gebruikt

Slide 22 - Slide


This week:
  • Work on B4: The Past and Me
(Assignment A + B)
  • Start or continue working on an optional module

From tomorrow (7 April):
  • Initial Assessment Reading Assistant

Slide 23 - Slide