H4 - §4.5 De gulden regel

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §4.4
  • lesdoelen §4.5
  • instructie §4.5
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§4.5 De gulden regel
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §4.4
  • lesdoelen §4.5
  • instructie §4.5
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§4.5 De gulden regel

Slide 1 - Slide

Huiswerk gemaakt?

Slide 2 - Slide

Vragen §4.4

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opgave 48b
G: F = 100 N,     v = 8,0 m/s,        m = 60 kg
G: t = ? s
F:

B:    


A: De tijd waarbinnen Salomi stilstaat is 4,8 s

F  t = m  v
100  t=60  8
t =10060  8 = 4,8
t =F m  v

Slide 5 - Slide

Opgave 51a
G: t = 10 s,     v = 18,0 km/h = 18,0 / 3,6 = 5 m/s        m = 70 kg
G: F = ? N
F:

B:    


A: De kracht die Corey gemiddeld heeft gezet is 35 N.

F  t = m  v
F  10=70  5
F =1070  5 = 35

Slide 6 - Slide

Opgave 51 b-c-d

Slide 7 - Slide

Je leert ...
  • rekenen met arbeid;
  • uitleggen wat de guldenregel inhoudt;
  • situaties beschrijven waarin je de gulden regel toepast.

Slide 8 - Slide

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Een krik helpt je bij het optillen van
een auto: je hoeft minder kracht
te zetten.

Verricht je ook minder arbeid als je
de krik gebruikt?

Slide 9 - Slide


Je tilt een auto met een massa van 1200 kg 0,3 meter omhoog. Hoeveel arbeid verricht je?
W=Fs

Slide 10 - Slide

Een auto
G: F = 1200 . 9,81 = 11.772 N,          s = 0,3 m
G: W = ? J
F:

B:    

A: De arbeid die wordt gebruikt is 3531,6 J.

W = F  s
W=11772  0,3=3531,6

Slide 11 - Slide

Verplaatsing omhoog
Bij fitness gebruik je arbeid.
Bij een grotere hoogte h, verricht je meer arbeid.
W=F  s

Slide 12 - Slide

Zwaartekracht
Hoe bereken je de zwaartekracht van een massa?

Slide 13 - Slide

Verplaatsing omhoog
Bij fitness gebruik je arbeid.
Bij een grotere hoogte h, verricht je meer arbeid.
W=F  s
W=m  g  s

Slide 14 - Slide

Afstand wordt hoogte
De afstand s die we omhoog afleggen noemen we

Slide 15 - Slide

Verplaatsing omhoog
Bij fitness gebruik je arbeid.
Bij een grotere hoogte h, verricht je meer arbeid.
W=F  s
W=m  g  s
Wz=m  g  h

Slide 16 - Slide

Verplaatsing omhoog
Bij fitness gebruik je arbeid.
Bij een grotere hoogte h, verricht je meer arbeid.
Wz=m  g  h

Slide 17 - Slide

Even oefenen!
Je tilt een kist met een massa van 10 kg 1,3 meter omhoog. Hoeveel arbeid verricht je?

Slide 18 - Slide

Een kist
G: m = 10 kg,     g = 9,81 N/kg,     h = 1,3 m
G: W = ? J
F:

B:    

A: De arbeid die wordt gebruikt is 127,53 J.

Wz = m  g  h
Wz=10  9,81  1,3= 127,53

Slide 19 - Slide

Nog even oefenen
De Iraniër Sohrab Moradi heeft het wereldrecord gewichtheffen met trekken en stoten. Hij tilt daarbij de halter van 233 kg vanaf de grond tot boven zijn hoofd. De zwaarte-energie van de halter (233 kg) neemt hierbij toe tot 4893 J. Hoe hoog heeft Sohrab Moradi de halter omhoog gestoten?

Slide 20 - Slide

Een kist
G: m = 233 kg,     g = 9,81 N/kg,     Wz =  4.893 J
G: h = ? m
F:

B:    

A: De hoogte die gestoten wordt is 2,14 m.

Wz = m  g  h
h =m  gWz
h =233  9,814893=2,14

Slide 21 - Slide

De losse katrol
Om een kist met een gewicht van
250N over vier meter omhoog te
hijsen moet je 8 meter touw binnenhalen, maar je hebt maar half zo veel spierkracht nodig: 125 N

Slide 22 - Slide

Takels met meerdere katrollen

Slide 23 - Slide

De kist heeft een gewicht van 1000 N. Hoe groot is de benodigde spierkracht?
1000 N
500 N
333 N
250 N
200 N

Slide 24 - Drag question

De Gulden regel
Om een gewicht hoogte h op te tillen is arbeid nodig.





Wz=F  h=m  g  h

Slide 25 - Slide

De Gulden regel
Om een gewicht hoogte h op te tillen is arbeid nodig.

Deze arbeid wordt verricht als je aan het touw trekt.



Wz=F  h=m  g  h
Wtrek=Ftrek  s

Slide 26 - Slide

De Gulden regel
Om een gewicht hoogte h op te tillen is arbeid nodig.

Deze arbeid wordt verricht als je aan het touw trekt.

De arbeid die je verricht, is de arbeid die nodig is voor de verplaatsing omhoog.

Wz=F  h=m  g  h
Wtrek=Ftrek  s
Wtrek=Wz

Slide 27 - Slide

De Gulden regel

Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Even oefenen!
Een verhuizer hijst een gewicht met een massa van 95 kg over een
hoogte van 4,2 m op met de takel zoals in de figuur.

a. Bereken hoeveel arbeid er in totaal nodig is om dit gewicht op te hijsen.
b. Hoeveel arbeid moet de verhuizer verrichten door aan het touw te trekken?
c. Hoeveel kracht moet hij uitoefenen om het gewicht op te hijsen met
    deze takel.
d. Bereken hoeveel touw hij moet binnenhalen om het gewicht omhoog
     te hijsen

Slide 30 - Slide

De verhuizer a
G: m = 95 kg,     g = 9,81 N/kg,     h = 4,2 m
G: W = ? J
F:

B:    

A: De arbeid die wordt gebruikt is 3.914,19 J.

Wz = m  g  h
Wz=95  9,81  4,2= 3.914,19

Slide 31 - Slide

De verhuizer b
De arbeid die wordt gebruikt is 3.914,19 J.
De verhuizer moet deze arbeid leveren.

Slide 32 - Slide

De verhuizer c
Er is een losse katrol.
De kist hangt aan drie touwen.



De spierkracht is 310,65 N
Fspier=31  m  g=31  95  9,81=310,65

Slide 33 - Slide

De verhuizer d
De kracht is 3 x zo klein.
Volgens de Gulden Regel moet de verplaatsing dan
3 keer zo groot zijn.

3 x 4,2 = 12,6 m

Slide 34 - Slide

De zwaartekracht verricht arbeid
Wz = Wz
m . g . h = m . g . h

Slide 35 - Slide

Aan de slag!
Lezen §4.5 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zs
timer
5:00

Slide 36 - Slide

Aan de slag!
Lezen §4.5 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zf

Slide 37 - Slide

Wat weet je al???

Slide 38 - Slide

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Een krik helpt je bij het optillen van
een auto: je hoeft minder kracht
te zetten.

Verricht je ook minder arbeid als je
de krik gebruikt?

Slide 39 - Slide

De takel draagt een last van 1200 N.
Hoe groot is de trekkracht Fh bij de getekende takel?

A
400 N
B
600 N
C
1200 N
D
2400 N

Slide 40 - Quiz

Elroy en Noud verbouwen een huis. Ze brengen ieder twee zandzakken van de begane grond naar de eerste etage. Elroy pakt beide zandzakken vast en loopt de trap slechts één keer op. Noud loopt de trap twee keer op: iedere keer met één zandzak. Wie verricht de meeste arbeid?
A
Elroy
B
Noud
C
Ze verrichten evenveel arbeid.

Slide 41 - Quiz

Je kunt...
  • rekenen met arbeid;
  • uitleggen wat de guldenregel inhoudt;
  • situaties beschrijven waarin je de gulden regel toepast.




Slide 42 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll