telgedichten

Telgedichten
We gaan verschillende gedichten bekijken 

We gaan één gedicht maken om in te leveren

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Telgedichten
We gaan verschillende gedichten bekijken 

We gaan één gedicht maken om in te leveren

Slide 1 - Slide

Sonnet
Bij ieder gedicht probeer je in het slot nog met een verrassing te komen. Bij het sonnet is die verrassing zo belangrijk dat ze in diverse talen een eigen naam heeft gekregen (chute, wending, volta). 
Welke wending zie je in het volgende sonnet?

Slide 2 - Slide

Wakker
Als je in je bed ligt
En je kunt niet slapen,
Knijp je dan je ogen dicht
En tel je zachtjes schapen?
En slapeloze schapen...
Wie kan mij dat vertellen?
Gaan slapeloze schapen
Zachtjes mensen tellen?



Slide 3 - Slide

Telgedichten
We gaan een aantal gedichten bekijken waarbij vooral de vorm bepalend is. 
Bij sommige van deze gedichten is de wending ook aanwezig. 
Bij alle gedichten in vooraf bepaald hoeveel woorden, tekens of lettergrepen het moet hebben. 

Slide 4 - Slide

Het elfje
Het elfje heeft zijn naam te danken aan het aantal woorden: elf. De eerste regel heeft er 1, de tweede 2, de derde 3, de vierde 4 

Het laatste woord is bij voorkeur een verrassing of geeft je een (nieuwe) kijk op de eerste vier regels. In het gedichtje hieronder draait het laatste woord de betekenis van de eerste vier regels om, zie je dat?

Slide 5 - Slide

Een

mooi vers

mag stokoud zijn

goede woorden bederven niet

snel

Slide 6 - Slide

Wat verandert er door het laatste woord?

Slide 7 - Open question

Haiku
Bij de haiku tellen we de lettergrepen. Die verdeel je als volgt over de drie regels: 5-7-5. De haiku komt oorspronkelijk uit Japan en heeft vaak de natuur als onderwerp.

In de haiku is het laatste woord dubbelzinnig; het kan slaan op het schaap, maar ook op het lammetje. 

Slide 8 - Slide

Het lammetje wil

            maar niet uit moeder tevoor-

            schijn komen, het schaap

Slide 9 - Slide

Je ziet dat de lettergrepen hierboven wel kloppen, maar dat met name regel 2 en 3 echt geknutseld zijn. In de westerse haiku is het dan ook gebruikelijk om voor de inhoud en niet voor de vorm te kiezen, ook probeer je geen leestekens te gebruiken. Beter zou zijn:

Slide 10 - Slide

Het lammetje wil

maar niet uit haar moeder

komen het schaap 

Slide 11 - Slide

Een Haiku heeft een verrassing in de laatste regel. In het gedichtje hierboven is dat het woord 'schaap', dat heeft hier twee betekenissen: het kan slaan op het zielige lammetje en op de moeder.

Slide 12 - Slide

De 160
De 160 is een oude dichtvorm, gebaseerd op het sms’je (de voorloper van een whatsapp). Elk gedicht bestaat precies uit 160 tekens, inclusief spaties – het maximaal aantal tekens van een sms’je. De 160 mengt de snelle sms met poëzie. Poëzie en sms hebben overeenkomsten: de taal is beknopt en ze gaan allebei voor tachtig procent over de liefde. De 160 werd voorjaar 2005 uitgevonden door Sofie Cerutti, die de eerste serie schreef: 160 tekens (inclusief wit). 

Slide 13 - Slide

160
Als lust last
wordt, verwijder
me dan uit je
telefoonboek en je
inbox, uit je
gekozen nummers,
beantwoorde en
gemiste oproepen,
gemiste kansen,
uit je geheugen.

Slide 14 - Slide

Een recentere variatie is de 140 de tweetlengte.
Tegenwoordig heet een tweet een X.

Slide 15 - Slide

140
Als de tijd ergens bleef,
terwijl jij wacht.
Waar zou hij dan heengaan?
Naar iemand
die het niet verwacht?
En opeens met zeeën van tijd zit?

Slide 16 - Slide

opdracht
kies een vorm:
Elfje
haiku
140/160
 Werk één gedicht mooi uit met je chromebook. Gebruik de hele pagina. Je mag géén plaatjes gebruiken, maar verder mag je je helemaal uitleven met Lettertypen, Opmaak, etc.

Als je klaar bent, ga je de andere dichtvormen proberen.

Slide 17 - Slide

tijdspad
vandaag:
  • Bekijk de opdracht op BruutTaal (zoekopdracht telgedichten).
  • zoek eventueel naar voorbeelden op internet.
  • Maak een elfje, een haiku en een 140/160.
les 2:
  • Maak je proefgedichten af.
  • Kies welk gedicht je goed uit wil werken.
  • Werk uit, denk ook aan opmaak.
    les 3:
  • Geef en ontvang feedback van je klasgenoten. 
  • Verwerk je feedback tot een definitieve versie.
  • Zet je gedicht in je schrijfmap.

Slide 18 - Slide

Les 2
les 2:
Maak je proefgedichten af.
Kies welk gedicht je goed uit wil werken.
Werk uit, denk ook aan opmaak.

Slide 19 - Slide

Les 3
les 3:
Geef en ontvang feedback van je klasgenoten met het feedbackformulier in de workspace.
Verwerk je feedback tot een definitieve versie
Zet je gedicht in je schrijfmap en lever het in je workspace in.

Slide 20 - Slide

Feedback geven
  • Voldoet het gedicht aan de eisen? (aantal woorden/tekens)
  • Zit er een plottwist in bij het elfje of de haiku?
  • Is het onderwerp helder?
  • Wordt er gespeeld met taal?
  • Wat vind je mooi of bijzonder aan het gedicht?
  • Wat zou er nog beter kunnen?

Slide 21 - Slide

Wat heb jij aan de feedback die je gekregen hebt?

Slide 22 - Open question

Feedback verwerken
Verwerk je gekregen feedback tot een volgende versie. Als je helemaal tevreden bent, zet je je gedicht in de schrijfmap en lever je het op je workspace in.

Slide 23 - Slide