H.3 Lezen - Argumentatie (1)

H.3 Lezen
Argumentatie (1)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H.3 Lezen
Argumentatie (1)

Slide 1 - Slide

argumentatie

Slide 2 - Mind map

Als jij iemand wil overtuigen van je standpunt, dan onderbouw jij je standpunt met argumenten

De structuur van het standpunt met alle argumenten heet een argumentatiestructuur.

Slide 3 - Slide

Roken moet verboden worden, want het is slecht voor de gezondheid.

Standpunt?
Argument?

Slide 4 - Slide

Een feitelijk argument kun je controleren. 

Een waarderend argument kun je niet controleren. Dit is wat iemand zelf ergens van vindt: een mening. 

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige argumentatie:
De schrijver gebruikt één argument.

Nevenschikkende argumentatie:
De schrijver gebruikt meer dan één argument.

Slide 6 - Slide

Enkelvoudig
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
want
dus

Slide 7 - Slide

Nevenschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
Er is geen docent die je kan helpen.
want
dus

Slide 8 - Slide

Onderschikkende argumentatie:
De schrijver gebruikt ondersteunende argumenten bij een argument.


Slide 9 - Slide

Onderschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Als je iets niet snapt, kun je niet verder.
Er is geen docent die je kan helpen.
want
dus

Slide 10 - Slide

Signaalwoorden

Standpunt
Ik vind..., volgens ons..., hij is van mening dat..., 
dus..., daarom..., kortom... enz.

Argument
Omdat, namelijk, immers, want, de reden hiervoor is, enz.
Check: 'Roken moet verboden worden, want het is slecht voor de gezondheid.'

Slide 11 - Slide

Lees tekst 1 ('Dineren in het donker')
De alinea's staan in alfabetische volgorde. Wat is de juiste volgorde?  




timer
5:00

Slide 12 - Slide

Wat is de juiste volgorde van de alinea's?
1
2
3
4
5
A
B
C
D
E

Slide 13 - Drag question

Standpunt: Blind eten is een ijzersterk concept.

Argumenten:
- Eten wordt weer even nieuw en spannend
- Alle aandacht richt zich op de smaak, textuur en geur van het eten.
- Er ontstaat een beter begrip voor visueel beperkte mensen. 
- Mensen ondervinden op een ongewone manier hoe het moet zijn om een visuele handicap te hebben.
- De werkgelegenheid onder blinde en slechtziende horecamedewerkers is verbeterd. 

Slide 14 - Slide

Lees de tekst nogmaals. Markeer het standpunt en de argumenten.
timer
5:00

Slide 15 - Slide


Neem onderstaand schema over op papier en vul het standpunt en de argumenten in op de juiste plaats.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag!

H.3 Lezen
Opdracht 1 en 2 

(Opdracht 2 in tweetallen)

Slide 18 - Slide

H.4 Lezen
Argumentatie (2)

Slide 19 - Slide

We herhalen kort de argumentatieschema's van de vorige les en je gaat leren hoe je een standpunt kunt weerleggen met een tegenargument.

Slide 20 - Slide

Argumentatie
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 21 - Slide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

Slide 22 - Slide

Bij nevenschikkende argumentatie worden twee (of meerdere) zelfstandige argumenten gebruikt.

Slide 23 - Slide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument:

Slide 24 - Slide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Het Linde College is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 26 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 27 - Quiz

Het Linde College is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 28 - Quiz

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 29 - Quiz

Geef een waarderend argument bij de stelling 'Utrecht is een fijne stad om te wonen'.

Slide 30 - Open question

Vul aan met een nevenschikkend argument: 'Utrecht is een fijne stad om te wonen, want er zijn veel leuke winkels'.

Slide 31 - Open question

Weerleggen

Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door te laten zien dat mogelijke argumenten tegen zijn standpunt niet kloppen. Dit wordt weerleggen genoemd.

Met een weerlegging ontkracht je een argument of een tegenargument.

Slide 32 - Slide

Standpunt: Leerlingen moeten in de les naar muziek kunnen luisteren als ze dat willen.

Argument tegen: Van muziek in de les wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie. 

Weerlegging: Daar heb ik echter nooit iets van gemerkt. Als wij naar muziek mogen luisteren in de les, kun je een speld horen vallen als je je oortjes even uitdoet. Iedereen is met z'n werk bezig, ook de leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet afgeleid door andere leerlingen. 

Slide 33 - Slide

Aan de slag!

Je krijgt een opdracht van je docent.
Lees Tekst 1 ('Alleen goed spellen in een dictee?')

Beantwoord (op papier) de vragen.
timer
15:00

Slide 34 - Slide

Huiswerk

H.4 Lezen (Argumentatie 2)

Opdracht 2

Slide 35 - Slide