Les 5 assertiviteit

 Assertiviteit 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Assertiviteit 

Slide 1 - Slide

Lesopzet 
  1.   Lesdoelen bespreken
  2. Voorkennis activeren 
  3. Uitleg assertief, agressief en sub assertief gedrag
  4. Opdracht

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. De student kan in eigen woorden uitleggen wat het begrip assertiviteit betekent 
2. De student kan een voorbeeld geven van een assertieve reactie 
3. De student kent de verschillen tussen een assertieve, agressieve en een sub- assertieve reactie

Slide 3 - Slide

Assertiviteit

Slide 4 - Mind map

Assertiviteit 
  • Gedrag 
  • Opkomen voor jezelf
  • Rekening houdend met de ander 

dus: je zegt wat je wilt en vindt maar laat de ander daarbij in z'n waarde 

Slide 5 - Slide

Je staat in de rij voor de griepprik. Iemand anders dringt voor. Wat is een assertieve reactie?
A
je baalt, maar zegt niets
B
je wordt heel boos en begint te schreeuwen
C
je zegt op een nette manier dat je eerder in de rij stond
D
je gaat met de mensen achter je praten over dit asociale gedrag

Slide 6 - Quiz

Assertief zijn is.. 
  • Opkomen voor jezelf 
  • Je mening durven geven
  • 'nee' durven zeggen 
  • Je grenzen aangeven 
  • Niet over je heen laten lopen 
  • Rekening houdend met de ander 

Slide 7 - Slide

Wat staat assertief reageren in de weg?
  • Zelfonderschatting
  • Perfectionisme
  • Angst voor afwijzing 
  • Opgelegde normen
  • Rampgedachten 
  • Generaliseren 
  • Invullen van reacties van anderen 

Slide 8 - Slide

Subassertief zijn is.. 
  • Je grenzen niet aangeven 
  •  Over je heen laten lopen
  • Niet zeggen wat je wilt of vindt
  • Doen wat anderen willen 
  • Geremd en stil zijn
  • Bang voor ruzie

Slide 9 - Slide

Agressief zijn is..
  • Voor jezelf opkomen ten koste van de ander  
  • Tot een conflict komen 
  • Eigen belang
  • Niet naar de ander luisteren
  • De ander de schuld geven

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen niet aan

Slide 13 - Quiz

De leerkracht vraagt of je een extra dag wilt werken. Je bent moe en ziet het niet zitten. Wat is een sub assertieve reactie?
A
Je zegt dat het je niet gaat lukken
B
Je zegt 'haha, bekijk het maar'
C
Je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag ziek
D
Je gaat toch werken want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 14 - Quiz

Je werkt als onderwijsassistent in een basisschool en ondersteunt een leerkracht, Bram, in een drukke klas. Bram vraagt voortdurend veel van je en geeft je steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Je merkt dat je overvraagd wordt en het lastig vindt om assertief te zijn in deze situatie. Wat is de meest assertieve manier om met deze overvraging om te gaan?

Slide 15 - Open question

Als onderwijsassistent is het belangrijk om op een assertieve manier met overvraging om te gaan, zelfs als het lastig kan zijn. Hier zijn een paar stappen die je kunt nemen:

  1. Identificeer je eigen grenzen: Neem de tijd om te beoordelen welke taken en verantwoordelijkheden redelijk zijn binnen je rol als onderwijsassistent. Bepaal wat haalbaar is en waar je je comfortabel bij voelt.
  2. Communiceer duidelijk: Plan een gesprek met Bram en geef aan dat je het gevoel hebt overvraagd te worden. Wees specifiek over de taken en verantwoordelijkheden die te veel zijn geworden en leg rustig uit hoe dit je welzijn en effectiviteit beïnvloedt.
  3. Stel alternatieve oplossingen voor: Bied constructieve suggesties aan om de situatie te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat je vraagt om taken te herverdelen, extra ondersteuning te zoeken of andere manieren te verkennen om de werklast te verlichten.
  4. Wees standvastig: Blijf bij je standpunt en laat je niet overhalen tot taken die je niet kunt dragen. Herinner jezelf eraan dat het belangrijk is om je eigen grenzen te respecteren en dat je assertiviteit gerechtvaardigd is.
  5. Zoek steun bij anderen: Praat met andere collega's, zoals andere onderwijsassistenten of leidinggevenden, en vraag om advies of ondersteuning bij het omgaan met de situatie. Zij kunnen mogelijk nuttige inzichten of oplossingen bieden.




Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdracht (Beroepsproduct 3)
1. Beschrijf een situatie waarin jij je assertief voelde en een situatie waarin je      moeite had met assertiviteit.
    Denk na over de factoren die jouw assertiviteit beïnvloeden, zoals                        zelfvertrouwen, angst of sociale druk.

2. Bespreek je situaties in tweetallen en bereid een presentatie voor. 



Slide 18 - Slide

Lesdoelen
1. De student kan in eigen woorden uitleggen wat het begrip assertiviteit betekent 
2. De student kan een voorbeeld geven van een assertieve reactie 
3. De student kent de verschillen tussen een assertieve, agressieve en een sub- assertieve reactie

Slide 19 - Slide