Rekenen omtrek oppervlakte
1 / 20
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat is de
omtrek
van deze kamer?
omtrek
van deze kamer?
A
8 m
B
10 m
C
15 m
D
16 m
Slide 9 - Quiz
Wat
is de
omtrek?
is de
omtrek?
A
35 m
B
70 m
C
300 m
D
700 m
Slide 10 - Quiz
Omtrek betekent
A
De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3
Slide 16 - Quiz
Oppervlakte betekent
A
De oppervlakte bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De oppervlakte van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten
Slide 17 - Quiz
Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?
oppervlakte
van deze kamer?
A
10 m²
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²
Slide 18 - Quiz
Wat
is de
oppervlakte?
is de
oppervlakte?
A
35 m²
B
300 m²
C
60 m²
D
70 m²
