P1 W37-2 H4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

 In een pluriforme samenleving is geen sprake van culturele diversiteit.

1. JUIST
2. ONJUIST

 Pakistaanse Nederlanders vormen een subcultuur.

1. JUIST
2. ONJUIST

Lesdoel

• Je kunt uitleggen wat culturele diversiteit is
• Je kunt uitleggen wat een maatschappelijk vraagstuk is

Inhoud

• Start opdracht - voorkennis met quiz
• Lesdoel + inhoud
• Uitleg
• Opdrachten: zelfstandig aan de slag
• Uitleg/bestuderen PO1

Culturele diversiteit 

• Leven in een pluriforme samenleving betekent dat je om je heen een grote culturele diversiteit ziet. 
• Dat wil zeggen dat er veel verschillende subculturen en levensstijlen bestaan.

Culturele diversiteit (II)

Die culturele verschillen hangen samen met de volgende factoren: 

1. Woonomgeving
   
2. Generatie
   
3. Maatschappelijke positie
   
4. Gender
   
5. Migratieachtergrond
   
6. Godsdienst
   

Culturele diversiteit: woonomgeving

Culturele diversiteit m.b.t. de woonomgeving

• Een stadscultuur wordt gekenmerkt door minder sociale cohesie en meer anonimiteit.
  
• Een dorps- of plattelandscultuur kenmerkt zich door meer onderlinge betrokkenheid en meer sociale cohesie.
  

   

Opdracht: Welke vooroordelen worden in dit videofragment genoemd?

Culturele diversiteit

Het boek bespreekt in H4 culturele diversiteit op zes terreinen/factoren. .

• Neem vanaf blz. 119 de 6 terreinen door. 
• Ga dan naar de volgende slide

Opdracht 1: Soms ontstaan er door culturele diversiteit
discussies in de samenleving. Kies drie terreinen uit en noem bij elk een voorbeeld van zo’n discussie.

Opdracht 2: Geef een voorbeeld van een gender rolpatroon en licht toe hoe hieruit blijkt dat cultuur verandert in de tijd. Gebruik in je antwoord de definitie van cultuur.

Opdracht 3. Leg met een voorbeeld uit dat verschillen in maatschappelijke positie ook kunnen zorgen voor cultuurverschillen.

Culturele diversiteit 

Voor de laatste opdracht moet je weer een fragment uit het lesboek lezen. 

• Ga naar blz. 118 in je lesboek. 
  
• Lees de inleiding van paragraaf 4.1, het paarse kader met als titel Vieren dat je mag zijn wie je wilt zijn.
• Ga dan weer naar de volgende slide en maak de opdracht. 

Opdracht 4. Lees de intro op bladzijde 118 van je lesboek en geef een beargumenteerd antwoord op de vraag eronder. Let op! Zorg dat je een goed argument formuleert.

Zelf aan de slag. 

• Klaar? Zoek in Magister naar het document Uitleg PO1 en bestudeer deze.
• Lees de tekst en noteer vragen.

Afsluiting - exit ticket

Het doel van de les: culturele diversiteit

• Begrippen: culturele diversiteit m.n.t. wonen, generatie, maatschappelijke positie, gender, migratieachtergrond, godsdienst
• Uitleg PO
• Volgende les kijken we naar het thema worden wie je bent
  

Hoeveel PO's moet je in periode 1 maken?