3B Theme 5 - Stone 9

Theme 5 - Talking about habits
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Theme 5 - Talking about habits

Slide 1 - Slide

Today:
Stones:
- Revision Vocab
- Start with Stones
- Finish your homework

- Done? Numo or Quizlet.

Homework:
Ex. 8 - 10
Study vocab C + D

Slide 2 - Slide

A
celebrate

venomous
colonist
national
colony
possum
vegetarian
kolonie
buidelrat
landelijke
giftig
kolonist
vieren
vegetariër

Slide 3 - Drag question

B
down-to-earth
vast
territory
flip-flops
drought
outback
laid-back
continent
binnenland
relaxed
nuchter
grondgebied
droogte
uitgestrekt
slippers
werelddeel

Slide 4 - Drag question

C
answer
species
Earth
shark
size
break off

yourself
turtle
tropical

touch
jezelf
aanraken
maat
schildpad
haai
antwoord
aarde
soort
afbreken
tropisch

Slide 5 - Drag question

What are customs in the Netherlands/Ameland?

Slide 6 - Mind map

Take a close look at the Stones on page 78. 

On the next pages you're going to combine them.

Slide 7 - Slide

What do most Australians
On national holidays they will
On Christmas Day
They are doing everything
Down Under most families
Australian people are
Stone 9
do on Christmas Day?
spend time at the beach.
Australians eat roast lamb.
to protect the coral.
go to the beach every day.
outside most of the time.

Slide 8 - Drag question

Today:
Stones:
- Revision Vocab
- Start with Stones
- Finish your homework

- Done? Numo or Quizlet.

Homework:
Ex. 8 - 10
Study vocab C + D

Slide 9 - Slide

Grammar 13 Present simple, present continuous, future (TB blz. 89)
                       (tegenw. tijd, duurvorm, toekomst)

De present simple en present continuous zijn een herhaling van grammar 11 uit hoofdstuk 4.

Kort samengevat:
present simple: bij feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen (het gebeurt niet per se nu) 
1 werkwoord. Bijv. I never travel. / The sun rises in the east. (s bij he/she/it!)

present continuous: als iemand NU iets aan het doen is / er gebeurt NU iets
2 werkwoorden: am/are/is + ww-ing. Bijv. The sun is shining at the moment.

Slide 10 - Slide

Grammar 13 Present simple, present continuous, future (TB blz. 89)
                       
Future = toekomst (de onderste 4 blokken op blz. 89)

In klas 2 hebben we er al twee van gehad: to be going to en shall/will

To be going to
1) Als je iets van plan bent of 2) een voorspelling met bewijs
Bijv. 1) I am going to wash the car this afternoon.   } vergeet niet am/are/is
        2) Look at the clouds. It is going to rain.            } erbij te zetten!

shall/will
bij: iets aanbieden, beloftes, aankondigingen, besluiten, voorspelling zonder bewijs
Bijv. I will help you. I think he will win. My parents won't buy a new car.

Let op: will + not = won't / shall bij I en we in een vraag (Shall I ....? / Shall we ....?)

Slide 11 - Slide

Grammar 13 Present simple, present continuous, future (TB blz. 89)
                       
Blok 3 en 6 zijn nieuw.

Present continuous
Normaal gesproken gebruik je die voor iets dat je NU aan het doen bent.
Bijv. I am reading a book now.

Maar: deze tijd mag je ook gebruiken voor de toekomst als er een afspraak is gemaakt waarvan de tijd en/of plaats al vaststaat.
Bijv. I am meeting John at the mall at 3 o'clock.
        He's leaving for New Zealand tomorrow. 

Slide 12 - Slide

Grammar 13 Present simple, present continuous, future (TB blz. 89)
                       
Present simple
Ook deze tijd kun je voor de toekomst gebruiken. Dat doe je als het gaat om vastgestelde tijden. Denk aan aankomst- en vertrektijden van treinen, vliegtuigen e.d., openings- en sluitingstijden van winkels, begin- en eindtijden van voorstellingen, school e.d.

Bijv. The shops close at six.  } Snap je het verschil?
         The shop closes at six.  }
         The train leaves at 6.15.
         The film start in 10 minutes.

Let op: je mag dan dus niet will of going to gebruiken!


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video