This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Voor we beginnen
Je microfoon staat op mute (stil)
Je camera staat aan en gericht op jezelf
Vragen stel je in de chat
Ga alvast naar Lessonup.app
Gebruik je eigen naam, emoji's mag
Slide 1 - Slide
Vandaag
Is iedereen aanwezig?
Planning
Uitleg H6 lezen
Huiswerk + vragen
Slide 2 - Slide
Studiewijzer bekijken
Staat in Teams
Huiswerk staat per les in SOM
Slide 3 - Slide
Huiswerk
H5 lezen
Laye, Teun, Finn, Mare, Daphne, Henk-Jan, Lylian, Daan, Ivo, Tristan, Lars, Milano en Herald
H6 lezen
Daphne, Daan en Ivo
Slide 4 - Slide
Vorige weken...
heb je geleerd over het doel van een tekst (H5 lezen).
Slide 5 - Slide
Welke tekstdoelen weet je nog? (typ ze in een los bericht)
Slide 6 - Mind map
5 tekstdoelen
De schrijver wil:
informatie geven
iets leren of uitleggen
iets laten doen
mening geven
amuseren
Slide 7 - Slide
Deze week...
leer je over afbeeldingen bij teksten (H6).
Slide 8 - Slide
Panda's
BLABLABLABLA
BLA BLA
BLABLABLABLABLA
BLABLABLABLABLA
BLABLA
Slide 9 - Slide
Panda's
BLABLABLABLA
BLA BLA
BLABLABLABLABLA
BLABLABLABLABLA
BLABLA
Slide 10 - Slide
Wat gebeurt er als er een afbeelding bij de tekst staat? (Klaar? Je kunt het goede antwoord alvast bekijken.)
Slide 11 - Open question
Afbeeldingen en tekst
1. De schrijver wil de tekst leuker maken of de aandacht van de lezer trekken.
Slide 12 - Slide
Waar leven panda's?
BLABLABLABLA
BLABLA
Panda's leven in een deel van China.
BLABLABLA
BLABLA
Slide 13 - Slide
Waar leven panda's?
BLABLABLABLA
BLABLA
Panda's leven in een deel van China.
BLABLABLA
BLABLA
Slide 14 - Slide
Wat gebeurt er als er een afbeelding bij de tekst staat? (Klaar? Je kunt het goede antwoord alvast bekijken.)
Slide 15 - Open question
Afbeeldingen en tekst
1. De schrijver wil de tekst leuker maken of de aandacht van de lezer trekken.
2. De schrijver geeft extra informatie, zodat je de tekst beter begrijpt. Hij gebruikt bijvoorbeeld een schema, tabel of landkaart.
Slide 16 - Slide
Welke afbeelding maakt een tekst over voetbal leuker en trekt de aandacht?
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
Afbeeldingen en tekst
1. De schrijver wil de tekst leuker maken of de aandacht van de lezer trekken.
2. De schrijver geeft extra informatie, zodat je de tekst beter begrijpt. Hij gebruikt bijvoorbeeld een schema, tabel of landkaart.
De afbeelding past bij de tekst.
Slide 18 - Slide
Waarom gebruikt de schrijver deze afbeeldingen bij een tekst over vakanties?
De schrijver geeft extra informatie.
De schrijver wil de tekst leuker maken.
Slide 19 - Drag question
Waarom gebruikt de schrijver deze afbeeldingen bij een tekst over vakanties?
De schrijver geeft extra informatie.
De schrijver wil de tekst leuker maken.
Slide 20 - Drag question
Laatste vraag voor punten
Slide 21 - Slide
Waarom gebruikt de schrijver deze afbeeldingen bij een tekst over huisdieren?
De schrijver geeft extra informatie.
De schrijver wil de tekst leuker maken.
Slide 22 - Drag question
Je schrijft een tekst over de stad Groningen. Je wilt de tekst leuker maken. Welke afbeelding zou je gebruiken?
Slide 23 - Open question
Je schrijft een tekst over de stad Groningen. Je wilt extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt. Welke afbeelding zou je gebruiken?
Slide 24 - Open question
Na deze les...
kan ik twee redenen opnoemen waarom afbeeldingen bij een tekst staan.
Slide 25 - Slide
Ik kan twee redenen opnoemen waarom afbeeldingen bij een tekst staan.
A
Ja
B
Nee, ik kan er één opnoemen
C
Nee, ik kan er nul opnoemen
Slide 26 - Quiz
Waarom staan er afbeeldingen bij een tekst?
Slide 27 - Mind map
Na deze les...
kan ik twee redenen opnoemen waarom afbeeldingen bij een tekst staan.
Slide 28 - Slide
Afbeeldingen en tekst
1. De schrijver wil de tekst leuker maken of de aandacht van de lezer trekken.
2. De schrijver geeft extra informatie, zodat je de tekst beter begrijpt. Hij gebruikt bijvoorbeeld een schema, tabel of landkaart.