U gaat in die richting en daarna volgt u de bordjes.
Ik zoek een toilet.
De toiletten zijn daar aan de rechterkant van de weg.
Bent u hier bekend?
Ja, ik kom uit Amsterdam.
Slide 3 - Slide
De weg wijzen
U gaat hier rechtdoor.
You go straight on here.
U steekt de straat over.
You cross the street.
U gaat linksaf/rechtsaf.
You turn left/right.
Aan het eind van de straat gaat u linksaf/rechtsaf.
At the end of the street turn left/right.
U neemt de eerste/tweede straat links/rechts
You take the second street on the left/right.
Volg de bordjes
Follow the signs.
Slide 4 - Slide
De weg wijzen
Het zwembad is aan de rechterkant.
The pool is on the right.
Het stadion bevindt zich aan de overkant.
The stadium is (located) across the street.
De tram stopt tegenover de ingang.
The tram stops opposite the entrance.
U gaat de trap op/af naar boven/beneden.
You go up/down the stairs up/down.
U slaat hier linksaf. (afslaan)
You turn left here. (turn)
U gaat in die richting.
You go in that direction.
Slide 5 - Slide
Scheidbare werkwoorden
Omdat scheidbare werkwoorden nooit hulpwerkwoorden zijn, is het scheidbare werkwoord altijd het hoofdwerkwoord en komt het dus helemaal aan het eind van de zin.
Since there are no separable compound verbs that can function as auxiliary verbs, the separable compound verb is always the independent verb, and thus placed at the end.