230330 Woordenschat H4 - rijmende uitdrukkingen

Leg je deze materialen op tafel?

Leesboek
Etui
Werkboek
Schrift
Chromebook


1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leg je deze materialen op tafel?

Leesboek
Etui
Werkboek
Schrift
Chromebook


Slide 1 - Slide

De planning van vandaag:

  1. Lezen
  2. Woordenschat H1+2 herhalen
  3. Woordenschat H4
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Beeldspraak
Geef een voorbeeld van een:
  • vergelijking
  • metafoor
  • personificatie
timer
2:00

Slide 3 - Slide

De opdracht
Opdracht
We bekijken gezamenlijk een filmpje, dit doen we 2x.

Welke vergelijkingen/metaforen/personificaties kun jij vinden?

Klaar?
Werk verder aan je presentatie.







Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Jochem Myjer
Vergelijking:
“Een vlecht als een scheepstouw over haar schouders hangen”  (1:43)
“Eerst sta je als een geile puber erin te drukken om te zien of ze wel rijp zijn” (2:40)
“Als je erin knijpt: alsof je in de billen van een 80-jarige vrouw aan het knijpen bent” (3:16)
“Als je die openmaakt, alsof je in je handen gesnoten hebt”  (3:23)

Personificatie:
“De natuur bepaalt zelf het tempo”  (3:00)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De planning van vandaag:

  1. Leeskwartiertje
  2. Woordenschat H1+2 herhalen
  3. Pauze 
  4. Woordenschat H4

Slide 8 - Slide

Leerdoel

Ik kan rijmende uitdrukkingen herkennen en begrijpen.

Slide 9 - Slide

Vul de volgende uitdrukking aan:
Hij bekeek me van top tot ...

Slide 10 - Open question

Vul de volgende uitdrukking aan:
Dat heb je dubbel en ... verdiend!

Slide 11 - Open question

Vul de volgende uitdrukking aan:
Ze staat je met raad en ... bij.

Slide 12 - Open question

Vul de volgende uitdrukking aan:
Ze kent in deze stad heg noch ...

Slide 13 - Open question

Vul de volgende uitdrukking aan:
Hij vertelde het verhaal in geuren en ...

Slide 14 - Open question

Rijmende uitdrukkingen
Beginrijm/allireratie: beginletters zijn hetzelfde
voor dag en dauw
schots en scheef

Eindrijm: eindletters zijn hetzelfde
tegen heug en meug

Slide 15 - Slide

De opdracht
Opdracht
Werk in tweetallen.
Maak van woordenschat H4 (blz. 120) opdracht 1, 2, 4 en 5.


Klaar?
maak opdracht 3 en 5 van woordenschat H4.







Slide 16 - Slide

Checkvragen
  1. Wat is een metafoor?
  2. Wat is personificatie? 
  3. Geef een voorbeeld van een uitdrukking met beginrijm.
  4. Geef een voorbeeld van een uitdrukking met eindrijm.

Slide 17 - Slide