Woordenschat H2

Woordenschat
Brugklas havo
Toetsweek zomer
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg woordenschat
Quiz woordenschat
Inhalen PTA solliciteren vanmiddag
Keuze brief, opdracht boek

Slide 2 - Slide

  •  Ik kan verschillende woordraadstrategieën benoemen en deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

Lesdoel

Slide 3 - Slide

Terugblik - Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen.



Slide 4 - Slide

5 woordraadstrategieën


  • synoniem;
  • omschrijving;
  • voorbeeld;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel.
  • lijkt op ander woord dat je kent

Slide 5 - Slide

Synoniem
Woord met ongeveer dezelfde betekenis

Krachtig 
Sterk

Slide 6 - Slide

Omschrijving
Deskundig
De arts heeft veel kennis van het menselijk lichaam. Ze is heel deskundig.

Slide 7 - Slide

Tegenstelling
Intelligent
Je zegt dat je heel intelligent bent, maar je zegt best domme dingen.

Slide 8 - Slide

Bekend deel in woord
Werkzaam
Hij is werkzaam bij...
Werken

Slide 9 - Slide

Bij welk woord zoek je het woord op in het woordenboek?
Geïnformeerd
A
informeerd
B
informatief
C
informatie
D
formatie

Slide 10 - Quiz

Creatieve
A
creatie
B
creatiev
C
creëren
D
creatief

Slide 11 - Quiz


Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 12 - Quiz

Hij werkte efficiënt door eerst al zijn huiswerk te maken en daarna pas te gamen, zodat hij geen tijd verspilde.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 13 - Quiz

Hij werkte niet efficiënt, maar juist heel langzaam en slordig.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 14 - Quiz

Zoek de synoniemen van onderstaande woorden bij elkaar. 
meteen
standpunt
voedsel
meestal
fabeltje
direct

verzinsel 
eten 
mening
doorgaans

Slide 15 - Drag question

monster, sample, staaltje of voorbeeld zijn:
A
omschrijvingen
B
synoniemen
C
tegenstellingen
D
voorbeelden

Slide 16 - Quiz

Wat betekent:
aandacht trekken

Slide 17 - Open question

Aankondigen/ aankondiging

Slide 18 - Open question

Aanleiding

Slide 19 - Open question

Aantonen

Slide 20 - Open question

Adviseren/ advies geven

Slide 21 - Open question

Benadrukken

Slide 22 - Open question

Je kan de boom in!
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk

Slide 23 - Quiz

Ik pak je telefoon af als je nu niet ophoudt.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 24 - Quiz

Ik ben helemaal in de wolken, zo lief vind ik haar.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 25 - Quiz

Hij is heel snel boos en op zijn teentjes getrapt.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 26 - Quiz

Wat hebben we behandeld?
Woordstrategieën.
Woordenlijst examen (blz.244, 245)
Figuurlijk/ letterlijk taalgebruik

Slide 27 - Slide

Keuze
Maken opdracht 1 blz. 70 van je boek.
Afmaken sollicitatiebrief
PTA solliciteren vanmiddag

Slide 28 - Slide