Les 3 - Capitulo 3 Derde klas

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Bienvenidos a la clase de español

Hoy es jueves, 14 de diciembre

La regla:

Respect:

Als iemand praat is de rest stil

Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen

We maken elkaar niet belachelijk

We gaan niet naar de wc tijdens de les

¿Qué vamos a hacer hoy?

Een tekst lezen en vragen  over die tekst beantwoorden

¿Cuál es la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:

• heb ik een tekst in het Spaans gelezen
• heb ik vragen over die tekst beantwoord

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Maak van je werkboek opdr. 18 t/m 20 van bz. 102 t/m 104

Hoe? In duo's

Hulp: Je tekstboek blz.  31 bron F

Tijd: 18 minutos

Uitkomst:  Ik begrijp een tekst in het Spaans

dragen

1. dragen
2. de accessoires
3. weinig
4. te veel
5. de stijl
6. de rok 
7. de kleding
8. elegant, sierlijk
9. de jurk
10. goedkoop
11. de ketting

1. wielrennen
2. zwemmen
3. de training
4. de wedstrijd
5. beoefenen
6. de moeilijkheid
7. paardrijden
8. bergbeklimmen
9. per jaar
10. per week
11. uitrusten

Korte pauze

Gramática

Los adjetivos

1. Mi madre vive en una (roze) __________ casa ____________.

2. Mi instituto queda en una (grote) __________  ciudad __________ .

3. Esta semana tenemos (veel) __________  examenes __________ .

4. Las historia es una (saai) __________ asignatura__________.

5. La biblioteca queda en un (modern) __________  edificio __________ .

6. Mi hermana tiene el (blond) __________  pelo __________ .

Korte pauze

Gramática

1. Poder

2. jugar

3. dormir

4. contar

5. volver

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Maak van je werkboek opdr. 21 van blz. 104

Hoe? In duo's

Hulp: Je tekstboek blz. 31 bron G

Tijd: 13 minutos

Uitkomst: Ik kan de onregelmatige werkwoorden vervoegen

Los deberes

OVERHORING

Leer de werkwoorden die van o naar ue veranderen

Leer hoe je ze moet vervoegen

Poder, jugar, dormir, contar en volver

¿Cuál es la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:

• ik ken minimaal 10 woorden van de vocabulario
• ik ken de adjetivos
• ik weet welke werkwoorden van 0 naar ue veranderen bij het vervoegen

¿Preguntas?

Sleep het juiste antwoord bij de juiste zin:                 

   Kies uit:

1. __________ libro es rojo.

2. Ella juega con __________ amigos en el parque.

3. __________ película nos gusto mucho.

4. __________ montañas están cubiertas de nieve.

el

la

los

las

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
1.Veo __________ mariposa en el jardín.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Quizlet

https://ap.lc/wzBbJ