Les 6 - Architectuur van het Modernisme

Architectuur van het Modernisme
Functionalisme
Skeletbouw
Le Corbusier
De stijl en Bauhaus
1 / 21
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Architectuur van het Modernisme
Functionalisme
Skeletbouw
Le Corbusier
De stijl en Bauhaus

Slide 1 - Slide

De architectuur van het functionalisme
Het uiterlijk van een gebouw wordt bepaald door de functie. 
Er zijn geen of weinig ornamenten en decoratie. 


Hoe is het functionalisme in de architectuur ontstaan?

Een tijdlijn!

Slide 2 - Slide

Industriële revolutie
Toepassing Glas en gietijzer
Loop van 19e eeuw
Gebruik gewapend beton
Camoufleren en Neo-stijlen (Romantiek)
Eind 19e eeuw behoefte aan eigentijdse stijl + functioneel + betaalbaar (verstedelijking)
Architectuur tijdens het Realisme = Ingenieursbouw
Architect Sullivan ontwerpt functioneel gebouw: "Form follows function". 
vanaf 1900 start het functionalisme in de architectuur, mogelijk gemaakt door skeletbouw

Slide 3 - Slide

Jugendstil
1890-1910
Expressionisme
1905-1920
Romantiek
1800 -1840
Realisme
1840-1880
Art Deco
1910-1940
Futurisme
1909-1916
De Stijl
1917-1931
Bauhaus
1919-1933

Slide 4 - Drag question

Joseph Paxton - Crystal Palace 1851
P.J.H. Cuypers - Ontwerptekening van de perronoverkapping uit 1881 tot 1889
Ingenieursbouw ± 1870
  • Moderne materialen zoals staal, glas, gietijzer
  • Prefab (prefabricage)
  • Grote overspanningen worden mogelijk door de technieken. 
  • De techniek wordt niet langer verhuld door baksteen of andere materialen maar mag zichtbaar blijven. 
  • Constructie is de basis van het ontwerp. Constructie mag zichtbaar zijn. 


 Maurice Koechlin en
Émile Nouguier - Eiffeltoren (naar de aannemer) 1887-1889

Slide 5 - Slide

Skeletbouw van beton, openluchtschool Amsterdam, 1929-30, Johannes Duiker
Skeletbouw vanaf 1900
Stalen skelet van de Fair Store, Cicago, 1891, architect William Le Baron de Jenney
  • Veel open ruimte mogelijk, 
  • Gebruik van veel glas mogelijk omdat muren niet dragend zijn -> Vliesgevel
  • Verschillende materialen kunnen worden gebruikt (houtskelet, staalskelet, betonskelet)
  • Mogelijkheid om hoog te bouwen, lichter van gewicht. 
Vliegevel - Walter Gropius, Bauhausgebouw 1925-1926

Slide 6 - Slide

L. H. Sullivan - Guaranty Building 1894. Voorloper van moderne wolkenkrabber. 
Louis Henry Sullivan

  • Grondlegger Functionalisme/modernisme in architectuur
  • Form follows function
  • Lift wordt uitgevonden
  • Dure grond, behoefte aan veel en goedkope woningen
  • We gaan de lucht in!
  • Sullivan = geen pure functionalist en gebruikt wel "functionele" decoratie. 

Slide 7 - Slide

Het nieuwe Bouwen
Het nieuwe bouwen: een verzamelnaam voor verschillende bouwstijlen en radicale vernieuwingen in de architectuur in de periode van 1915 tot circa 1960. 
Doelen en kenmerken:
- Leven verbeteren van arbeiders
- functioneel en betaalbaar
- Kernwaarden:
            lucht, licht en ruimte
- Constructie en materiaal is leidend voor uiterlijk
- Witte buitenmuren, herhaling, geen versieringen. 
- Bezig met stadsplanning

Slide 8 - Slide

Le Corbusier
DE architect van de 20e eeuw
5 punten van een nieuwe architectuur- volgens Le Corbusier
  1. de kern van het gebouw moet op zuilen vrij van de grond staan.
  2. het platte dak wordt als buitenruimte ingericht, daktuinen
  3. vrije indeling op elk niveau dankzij skeletbouw
  4. de gevels zijn geen dragende muren
  5. het horizontale panoramaraam
Le Corbusier - Modulor -
ca. 1947
Le Corbusier - 
The Villa Savoye in Poissy (1928–1931)
Was van grote invloed op het nieuwe bouwen en de internationale stijl

Slide 9 - Slide

Geef een argument waarom de architectuur van Le Corbusier veel lof kreeg. Geef ook een argument waarom men ertegen was.

Slide 10 - Open question

Kenmerken van het
Functionalisme

Slide 11 - Mind map

Kenmerken functionalisme
  • Vormgeving is ondergeschikt aan functie
    (Form follows function)
  • Overbodige versieringen en decoratie worden weggelaten. 
  • Constructie is vaak zichtbaar aan de buitenkant
  • Streven naar betaalbare woningen en sociale vooruitgang
Rietveld-Schröderhuis, 1924
Gropius/Meyer, Fagusfabriek, Alfeld a.d. Leihe,
1910-1914 
Ook de architectuur van de Stijl valt onder het functionalisme!

Slide 12 - Slide

New Bauhaus en Internationale stijl
  • 'Less is more'
  • Strakke vormen
  • Rechthoeken,  haakse hoeken
  • Grote glaspartijen
  • Skeletbouw blijft goed zichtbaar
  • Nieuwe bouwtechnieken toegepast: beton- of staalskeletbouw, vliesgevels en prefab bouw. 
Seagram Building van Mies van der Rohe en Philip Johnson
Omdat deze functionele zakelijke vormgeving over heel de wereld toegepast is, wordt deze manier van bouwen de internationale stijl genoemd. Spottend ook wel de gladde dozen stijl. 

Leden van het Bauhaus vertrekken massaal naar de VS door de dreigende oorlog (WO2). De stijl van het Nieuwe Bouwen gaat met hen mee. De techniek was er al (Sullivan). De stijl wordt nog strakker, gladder en nog minder decoraties. 

Slide 13 - Slide

Waarom wordt de internationale stijl ook wel de "gladde dozen stijl" genoemd?

Slide 14 - Open question

Architectuur van het Modernisme
Hier volgen een aantal slides met de architectuur gekoppeld aan de stijlperiodes. 
- Expressionisme
- Amsterdamse School
- De Stijl
- Bauhaus
Deze voorbeelden zijn allen van 1920-1925

Slide 15 - Slide

Architectuur van het expressionisme
Uitgangspunten en kenmerken:
  • architecten zijn ook kunstenaars
  • Gebruik van nieuwe materialen zoals gewapend beton, staal, glas, baksteen.
  • Samenhang tussen exterieur en interieur
  • Organische vormen, vloeiende lijnen, gekromde vlakken, ongewone vormen. 
  • Vernieuwend en origineel zijn
Goetheanum in Dornach nabij Bazel, Zwitserland, 1924-28 (Rudolf Steiner)

Slide 16 - Slide

Architectuur van de Amsterdamse school
Uitgangspunten en kenmerken:
  • Nederlandse variant op expressionistische architectuur met dezelfde kernwaarden. 
  • Decoratief metselwerk, bakstenen, patronen, versieringen, natuursteen, glas-in-lood, laddervensters, verticaal geplaatste dakpannen. 
  • Socialistische idealen: het bouwen van sociale-woningbouw. Het verbeteren van de leefomgeving van de arbeidersklasse. 
Piet Kramer - De Dageraad 1920-1923

Slide 17 - Slide

Architectuur van de Stijl
  • zelfde uitgangspunten als de schilderkunst
    -> primaire kleuren + niet kleuren
    -> Horizontale en verticale lijnvoering
    -> Geometrische vlakken
    -> Asymmetrisch
  • Strak, sober, minimalistisch
  • Wonen moet geen automatisme zijn, maar het moet actief zijn, net zoals zitten in de stoel van Rietveld, dat is ook niet comfortabel, je moet handelingen verrichten. 
  • Grens tussen binnen en buiten verkleinen
  • Grens tussen kamers wegnemen, open indeling. 
  • Muren zijn niet dragend, dus een open plan is mogelijk. 
Rietveld Schrodinger-huis 1924

Slide 18 - Slide

Architectuur van Bauhaus
  • Bauhaus Architectuur is het functionalisme
  • Geometrisch
  • Functioneel
  • Mooi in zijn eenvoud -> geen decoraties
  • Constructie van het gebouw is niet verhuld 
  • Vliesgevels
Een vliesgevel, ook wel gordijngevel of glasgevel, is een niet dragende gevel of afscheiding tussen exterieur en interieur van een gebouw. Omdat de vliesgevel niet-dragend is kan het worden opgebouwd uit lichte materialen, zoals glas, waardoor er bespaard kan worden op gewicht.
Studentenvleugel Bauhaus 1925-26, Dessau

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video