B5.H10.L3

1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
je leert:
- de betekenis van 15 nieuwe woorden.
- tekstbegrip door te voorspellen en terug te kijken.

Slide 2 - Slide

Wat weet jij van de zomertijd?

Slide 3 - Mind map

wat heeft de aarde en de stand van de zon daarmee te maken?

Slide 4 - Mind map

Begin zomertijd/wintertijd
A
1975
B
1976
C
1977
D
ongeveer 1914

Slide 5 - Quiz

Wat zou een voordeel van de zomertijd kunnen zijn?

Slide 6 - Open question

Er zijn ook nadelen. Bedenk er eens 1.

Slide 7 - Open question

zoek op blz. 132/133 van je boek.

Slide 8 - Slide

Wat is volgens jou de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Video

Wat betekent het woord?
aantonen
A
bewijzen
B
aanwijzen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord?
destijds
A
toen
B
op tijd zijn

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord?
wederom
A
terugkomen
B
opnieuw

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het woord?
actueel
A
journaal
B
van dit moment

Slide 14 - Quiz

aannemelijk
A
dat zou zo kunnen zijn.
B
Een pakketje aannemen

Slide 15 - Quiz

desalniettemin
A
niet minder dan
B
toch

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het woord?
omstreden
A
oorlog, strijd
B
daar is discussie om (geweest).

Slide 17 - Quiz

Welke gebieden hebben nooit gebruik gemaakt van de zomertijd?
A
lichtblauw
B
roze
C
donkerblauw
D
groen

Slide 18 - Quiz

Wanneer gaat de zomertijd in in 2025?

Slide 19 - Open question

Als de zomertijd ingaat heb je een uur meer/minder slaap?
A
meer
B
minder

Slide 20 - Quiz