THV - Muziektheorie - Notenschrift

• Muziek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1-3

Muziektheorie - notenschrift

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:

- kan je verschillende notenwaarde (ritme) benoemen
- kan je verschillende notennamen (toonhoogte) benoemen

- ken je de basis over maatsoorten

Notenbalk

Hierin worden op twee manieren muzieknoten genoteerd:

1. Toonhoogte: van hoog naar laag. Geeft aan welke noot je moet spelen

2. Ritme: van links naar rechts. Geeft aan hoelang een noot duurt. 

Toonhoogte

 - vooraan de notenbalk staat de G-sleutel. Deze geeft de plek van de noot G aan.

- Notennamen: C - D - E - F - G - A - B - C etc. etc

- Het maakt niet uit of een stok omhoog of omlaag wijst. De plek van het bolletje geeft altijd aan hoe hoog of laag een noot wordt gespeeld of gezongen.

Sleep de notennamen naar de bijbehorende noten

G

G

A

B

D

E

E

D

Aan de vorm van de noot kun je zien hoelang een noot duurt

Hele noot

Halve noot

Kwart noot

Achtste noot

1 tel

halve tel

2 tellen

4 tellen

Welke notenwaardes komen overeen met onderstaand voorbeeld?

1. 4 - 4 - 1 - 1 - 1 - 2
2. 1/2 - 1/2 - 1 - 1- 1- 2
3. 1 - 1 - 2 - 2 - 2 - 1/2

1. 1 - 1 - 1/2 - 1/2 - 1/2 - 1/2
2. 2 - 2 - 4 - 4- 4- 4
3. 1/2 - 1/2 - 1 - 1- 2- 1

Maat en maatstrepen

Hoeveel tellen zitten er in elke maat?

1. 4 tellen
2. 3 tellen
3. 2 tellen
4. 8 tellen

Hoeveel tellen zitten er in de maat?

1. 3
2. 4
3. 6
4. 2

Hoeveel tellen zitten er in de maat?

1. 3
2. 4
3. 6
4. 2

Herhalingstekens

Hoeveel tellen duurt dit muziekstuk in totaal? 

(tel ook de herhalingen mee)

1. 11
2. 24
3. 32
4. 16

Hoeveel meer weet jij nu over het notenschrift?

0100