Formatieve toets 4.1 t/m 4.5

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

H4 Getallen

Wat heb je tot nu toe geleerd? 

Wat is de waarde van het cijfer 3?
5 371,8

1. 3
2. 30
3. 300
4. 3000

Wat is de waarde van het cijfer 1?
765,981

1. 1
2. 0,1
3. 0,01
4. 0,001

15 is een veelvoud van 1

1. Waar
2. Niet waar

81 is een veelvoud van 9

1. Waar
2. Niet waar

38 is een veelvoud van 6

1. Waar
2. Niet waar

145 is een veelvoud van 15

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn de eerste 3 veelvouden van 11?

1. 11 - 12 - 13
2. 11 - 21 - 31
3. 11 - 22 - 33
4. 11 - 22 - 33 - 44

Schrijf alle delers op van 18.
Schrijf de delers achter elkaar en schrijf
tussen je antwoorden een spatie.

7 is een deler van 84.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is - van klein naar groot bekeken - de 4e deler van 56?

1. 2
2. 7
3. 4
4. 8

Schrijf in cijfers:
3,5 miljard (met spaties)

Schrijf in cijfers:
7,84 miljoen (met spaties)

8 is ...

1. Even
2. Oneven

71 is

1. Even
2. Oneven

65,4

1. Even
2. Oneven
3. Geen van beide, want geldt alleen voor hele getallen
4. Beide, want er zitten even en oneven getallen in

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
56,0931
Schrijf je antwoord in cijfers

Rond het volgende getal af op honderdtallen:
679 150 (met spatie).

Rond af op 2 decimalen:
87,892

1. 87,89
2. 87,8
3. 87,90
4. 87,9

Bij contant geld rond je een bedrag af op veelvouden van ... cent.

1. 1
2. 2
3. 5
4. 10

Een TV kost €449. In de uitverkoop wordt 25% korting gegeven.
Wat is de nieuwe prijs?

1. 399,75
2. 336,75
3. 368,75
4. 375,00

Van alle 500 leerlingen op Avila College
heeft 62,8% een Android telefoon.
Wat is de juiste berekening om het aantal leerlingen met een Android telefoon te berekenen?

1. 62,8 : 500 x 100 = 12,56. Dit is ongeveer 13 lln.
2. aantal lln Android = 62,8 : 500 x 100 = 12,56. Dit is ongeveer 13 lln.
3. Aantal lln Android = 0,628 x 500 = 314
4. Aantal lln Android = 500 x 0,628 = 314

Er gaan 112 leerlingen en 9 docenten mee op een kanotocht. In één kano kunnen drie personen.
Hoeveel kano's zijn er nodig?

1. 27
2. 39
3. 41
4. 40

Geef hieronder aan hoe hoog je je kans inschat
op een voldoende voor dit hoofdstuk.
(0 = 0% vertrouwen en 100 = 100% vertrouwen).

0100

Welk getal is groter?
7,001 en 7,01

1. 7,001
2. 7,01