Lorenzo en Ella spelen in de tuin. Het is een warme dag en ze knoeien lekker met water. Hun kleren zijn erg nat geworden, dus trekken ze alles uit, inclusief hun ondergoed. Ella wijst naar het piemeltje van Lorenzo. 'Hee, wat heb jij daar?', vraagt ze nieuwsgierig. Lorenzo laat trots zien hoe ver hij daarmee kan plassen. 'Kun jij dat ook? Oh, jij hebt geen plasser.' De psychoanalyse onderscheidt vijf ontwikkelingsfasen. Welke fase past het best bij bovenstaande omschrijving van Lorenzo en Ella?