Vragen toets 29-30-31-43-44-45

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat staat er altijd in de inleiding van een tekst?

1. Conclusie
2. Onderwerp
3. Samenvatting
4. Argumenten

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?

1. functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
2. functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
3. er is geen verschil
4. er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

functiewoord

verwijswoord

verbindingswoord

maar

conclusie

gevolg

dus

deze

Schrijf van onderstaande zinnen op wat het functiewoord is.
'Een belangrijk gevolg van deze maatregel is minder criminaliteit.'

1. Gevolg
2. Aanleiding
3. Afweging
4. Anekdote

Schrijf van onderstaande zinnen op wat het functiewoord is.
'Ter nuancering: niet iedereen zal meedoen met dit project.'

1. Aanleiding
2. Verklaring
3. Nuancering
4. Gevolg

Signaalwoorden tegenstelling

1. verder, ten slotte, en
2. kortom, dus
3. tegenover, hoewel, echter

Een zakelijke e-mail is ...

1. formeel
2. informeel

Terugblik

Bij een zakelijke e-mail gebruik je...

1. Formeel taalgebruik
2. Informeel taalgebruik

In een zakelijke e-mail spreek je de ander aan met 'u'.

1. waar
2. niet waar

Zet de opbouw van een zakelijke e-mail in de goeie volgorde:

1. kern -onderwerp - aanhef - inleiding -slot -afsluiting
2. inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
3. onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting
4. aanhef - inleiding -kern - onderwerp - slot - afsluiting

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?

1. Beste
2. Geachte
3. Hallo
4. Hey

Kies de juiste afsluiting/slotgroet van een zakelijke e-mail.

1. Groetjes,
2. Met vriendelijke groet,
3. Met vriendelijke groet

Schrijf van onderstaande zinnen op wat het functiewoord is.
'De oplossing ligt voor de hand. We moeten meer boeken lezen!'

1. Afweging
2. Oplossing
3. Definitie
4. Argument

In een zakelijke e-mail moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.

1. Waar
2. Niet waar

Schrijf van onderstaande zinnen op wat het functiewoord is.
'De verkiezingen waren een fiasco. De oorzaak is onze slappe leider.'

1. Anekdote
2. Nuancering
3. Oorzaak
4. Definitie

Schrijf van onderstaande zinnen op wat het functiewoord is.
Minder eten of meer bewegen: het blijft een moeilijke afweging voor veel mensen die te zwaar zijn.

1. Aanleiding
2. Definitie
3. Oplossing
4. Afweging

Signaalwoorden tegenstelling

1. verder, ten slotte, en
2. kortom, dus
3. maar, tegenover, hoewel, echter

Wat zijn functiewoorden?

1. Kondigt de functie van een tekstdeel of alinea aan.
2. Kondigt de functie van een zin aan.

Waarom is het handig om in de tekst een inleiding, de kern en het slot te herkennen?

1. Dan weet je waar de tekst over gaat
2. Dan kun je de tekst beter begrijpen.
3. Ik heb geen idee

4a. De tekst is opgebouwd in een inleiding, kern en slot

1. juist
2. onjuist

Wat is een deelonderwerp?

1. Een onderdeel in een kern van de tekst
2. Een onderdeel van de inleiding van de tekst
3. Een onderdeel van het onderwerp van de tekst
4. Een onderdeel van een slot van de tekst

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?

1. de argumenten
2. de conclusie
3. de mening van de schrijver
4. het standpunt van de schrijver

Wat vind je meestal terug in het middenstuk (de kern) van de tekst?

1. afbeeldingen
2. verschillende alinea's over het onderwerp
3. een persoonlijke ervaring van de schrijver
4. anekdotes

Alinea's zijn ?

1. vetgedrukte titels
2. groot geschreven woorden
3. kleine stukjes waarin de tekst verdeeld is
4. grote stukken waarin de tekst verdeeld is

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding NIET?

1. het onderwerp introduceren
2. aandacht trekken
3. de aanleiding voor het schrijven geven
4. een advies geven

De kernzin van een alinea is altijd de eerste zin van die alinea.

1. waar
2. niet waar

Wat is de functie van de inleiding?
(welk doel heeft een inleiding)

1. Onderwerp duidelijk maken en de aandacht van de lezer trekken door een verhaaltje.
2. Samenvatting geven van de tekst.
3. Deelonderwerpen bespreken.
4. Een conclusie geven

Wat is het leesdoel van globaal lezen?

1. De tekst helemaal begrijpen
2. Het belangrijkste snel uit een tekst halen
3. De tekst helemaal begrijpen en alles onthouden
4. Informatie opzoeken

Wat is het leesdoel van grondig lezen?

1. De tekst helemaal begrijpen
2. Het belangrijkste snel uit een tekst halen
3. De tekst helemaal begrijpen en alles onthouden
4. Informatie opzoeken

Wat is het leesdoel van zoekend lezen?

1. De tekst helemaal begrijpen
2. Het belangrijkste snel uit een tekst halen
3. De tekst helemaal begrijpen en alles onthouden
4. Informatie opzoeken

Wat is het leesdoel van studerend lezen?

1. De tekst helemaal begrijpen
2. Het belangrijkste snel uit een tekst halen
3. De tekst helemaal begrijpen en alles onthouden
4. Informatie opzoeken

Wat is het leesdoel van kritisch lezen?

1. De tekst helemaal begrijpen
2. Het belangrijkste snel uit een tekst halen
3. Nagaan of de informatie in de tekst klopt en volledig is
4. Informatie opzoeken

Wat zijn de verwijswoorden?

1. de, het, een
2. hij, zij, het, ik, jullie, jij
3. tenslotte, ondanks, daarom, doordat
4. die, deze, daar, hier, zijn, haar, het, wanneer, waar

Wat is geen verwijswoord?

1. de
2. deze
3. het
4. dat

Verwijswoorden..

1. verwijzen naar iets in de tekst.
2. geven aan dat iets van iemand is.
3. geven een eigenschap aan.
4. geven een verband aan in de tekst.

De inleiding en het slot van een tekst kunnen verschillende functies hebben. Sleep de functies naar het juiste vak. 

Functie van een inleiding

Functie van een slot

het onderwerp noemen

samenvatting van de inhoud geven

conclusie

centrale vraag stellen 

Toekomstver-wachting uitspreken

persoon introduceren

advies geven

aanleiding noemen

mening van de schrijver geven

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

1. dit
2. deze
3. die
4. dat

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?

1. deze, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. die, dit

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van voorbeeld

Signaalwoorden van opsomming

zo

maar

en

ten eerste

zoals

toch

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?

1. deze, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. die, dit

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?

1. dat, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. deze, die

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?

1. dat, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. deze, die

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?

1. deze, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. die, dit

Signaalwoorden 

van uitleg

Signaalwoorden 

van voorwaarde

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van samenvatting

Signaalwoorden van oorzaak&gevolg

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van tijdsvolgorde

Signaalwoorden van middel - doel

daarmee

vervolgens

echter

omdat

kortom

ten tweede

mits

bijvoorbeeld

als

zoals

al met al

terwijl

hierdoor

want

maar

daarentegen

ook

Signaalwoorden opsomming

1. ten eerste, ten tweede, ook, verder
2. maar, echter, toch, tegenover
3. bijvoorbeeld, zo, zoals

Welk signaalwoord herken je in deze zin?

Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

1. bloem
2. en
3. suiker
4. ei

Signaalwoord 

       tijd

Signaalwoord  

conclusie

Signaalwoord
doel-middel

Intussen

Daarmee

Dus

Daarna

Tijdens 

Daartoe

Met de bedoeling 

Vandaar

Signaalwoorden 

van voorbeeld

Signaalwoorden 

van voorwaarde

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van samenvatting

Signaalwoorden van oorzaak&gevolg

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van tijd

Signaalwoorden van middel - doel

daarmee

vervolgens

echter

omdat

kortom

ten tweede

mits

bijvoorbeeld

als

zoals

al met al

hierdoor

want

maar

daarentegen

ook

De inleiding en het slot van een tekst kunnen verschillende functies hebben. Sleep de functies naar het juiste vak. 

Functie van een inleiding

Functie van een slot

het onderwerp noemen

conclusie

centrale vraag stellen 

Toekomstver-wachting uitspreken

persoon introduceren

advies geven

mening van de schrijver geven