oefening leerdoelen Oorlog en crisis

We gaan kijken wat je al weet van de eerste 3 paragrafen van dit thema. Hiervoor ga je een aantal verschillende opdrachten maken.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

We gaan kijken wat je al weet van de eerste 3 paragrafen van dit thema. Hiervoor ga je een aantal verschillende opdrachten maken.

Slide 1 - Slide

Zet de gebeurtenis bij het juiste jaartal:
1914
1917
1918
1919
Rusland sluit wapenstilstand met Duitsland.
Het Verdrag van Versailles wordt getekend.
De Eerste Wereldoorlog is voorbij.
De Eerste Wereldoorlog breekt uit.

Slide 2 - Drag question

In deze lessonUp gaan jullie laten zien wat jullie nog weten van de leerdoelen van §1, 2 en stukje van 3.

Succes!

Slide 3 - Slide

Zet hier een afbeelding neer van tenminste 3 oorzaken voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog.

Slide 4 - Open question

Welk wapen hoort in welk vak?
Vóór de Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog

Slide 5 - Drag question

Welke zinnen over de aanslag in Sarajevo zijn waar?
Juiste antwoord
De aanslag was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de directe oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog

Slide 6 - Drag question

Welke zinnen over de Eerste Wereldoorlog
 zijn juist?
Juist
Onjuist
De Eerste Wereldoorlog staat bekend als ‘loopgravenoorlog’.
Er vielen weinig slachtoffers.
Engeland en Frankrijk waren de overwinnaars
Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog.
Er werd gebruikgemaakt van nieuwe wapens zoals raketten en straaljagers.

Slide 7 - Drag question

Zet de juiste onderdelen bij oorzaak of gevolg van WOI
Gevolg
Oorzaak
Moord op Franz Ferdinand
Rusland mobiliseert het leger
Het Schlieffenplan
Loopgravenoorlog
Het gebruik van tanks, gifgas en vliegtuigen.
9 miljoen soldaten komen om
Nationalisme
Industrialisatie
Frankrijk wil Elzas-Lotharingen terug hebben.

Slide 8 - Drag question

Lenin
Stalin

Slide 9 - Drag question

Wanneer was de Russische revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919

Slide 10 - Quiz

Wat zijn gevolgen van de Russische Revolutie?
A
Communisme verliest de macht
B
Stalin grijpt de macht
C
Wapenstilstand/vrede in het oosten
D
De Sovjet-Unie

Slide 11 - Quiz

De Russische Revolutie werd geleid door …..
A
Vladimir Lenin
B
Nicolaas II Romanov
C
Jozef Stalin
D
Leon Trotsky

Slide 12 - Quiz


Wie was er aan de macht voor de Russische Revolutie?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolas II
C
Raspoetin
D
De Voorlopige Regering

Slide 13 - Quiz

Wat is de AANLEIDING tot de economische wereldcrisis van 1929?
A
Aandelen werden plots verkocht, waardoor er paniek op de beurs uitbrak
B
Fabrieken hadden een te grote voorraad, wat niet verkocht werd
C
Mensen kochten spullen op afbetaling
D
Mensen waren verzadigd, ze hadden genoeg spullen

Slide 14 - Quiz

In welk land begon de economische wereldcrisis
A
Duitsland
B
Engeland
C
Verenigde Staten
D
Frankrijk

Slide 15 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Duitsland wordt één land.
De Eerste Wereldoorlog wordt uitgevochten.
Amerika leent geld aan Duitsland.
De economische wereldcrisis begint. 
Hitler komt aan de macht in Duitsland.

Slide 16 - Drag question

In welk jaar begon de grote economische wereldcrisis?
A
1919
B
1929
C
1933
D
1939

Slide 17 - Quiz

Wat hoort bij nationaal socialisme
A
een volk, een rijk, een leider
B
meerdere volkeren, een rijk, een leider
C
een volk, een rijk, meerdere leiders
D
Een volk, meerdere rijken, een leider

Slide 18 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme
A
Rassenleer
B
Nationalisme
C
Eén autoritaire leider
D
Democratie

Slide 19 - Quiz

Wat zijn nazi's?
A
Afkorting van nationaal-socialisme
B
Hitlers
C
Communisten
D
Italianen

Slide 20 - Quiz

Waren deze gebeurtenissen voor, tijdens of na de Eerste Wereldoorlog?
voor de Eerste Wereldoorlog
na de Eerste Wereldoorlog
tijdens de Eerste Wereldoorlog
Het Verdrag van Versailles.
De Verenigde Staten zijn niet langer neutraal.
De Russische Revolutie.
De Verenigde Staten lenen geld aan Duitsland.
De economische wereldcrisis begint.
De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije.

Slide 21 - Drag question

Maak de goede combinaties.
Adolf Hitler
Nazi
Wereldcrisis

Verdrag van Versailles
Dictator
lid van Hitlers politieke partij
slechte economie in Amerika
einde van de Eerste Wereldoorlog

Slide 22 - Drag question

Als je alle opdrachten hebt afgerond, ga je verder met de opdrachten in de methode.

Slide 23 - Slide