tekst les 12, r. 20-24
Toen zei de scheidsrechter: "Zwijg(t)! Jullie hebben genoeg gezegd / jullie zeiden genoeg. Breng / Leid de paarden naar de startvakken!
Snel brachten/leidden de wagenmenners de/hun paarden naar de startvakken. De scheidsrechter riep/schreeuwde: "Ga!"
Meteen (be)stuurden/leidden de wagenmenners de paarden naar de meta / het keerpunt.
Bij het keerpunt botste de wagen van Euthymus tegen de wagen van Diocles.
r. 20-24
Tunc arbiter dixit: ‘Tacete! Satis dixistis. Equos in carceres ducite!’
Cito aurigarii equos in carceres duxerunt. Arbiter clamavit: ‘Ite!’
Statim aurigarii
equos ad metam rexerunt.
Ad metam quadriga Euthymi quadrigae Dioclis offendit.