1hvc - Ch 6 - E, F

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

BIENVENUE!

B

Bonjour!          

le but d'aujourd'hui: 

structuur van een tekst begrijpen

Qu'est-ce qu'on va faire?

• rappel: les accents
• rappel: être & avoir
• leesvaardigheid
• video: Les jeunes détectives

planning

• WAT?                 toets schrijfvaardigheid (2x)
  
  
• WANNEER?     maandag 27 mei
  
  
• INHOUD:     Chapitre 5 - Entre amis (mensen/act.beschrijven)
                           Chapitre 6 - Ah oui, Paris! (de weg wijzen)

Apprendre: être & avoir

• page 166 of spel op Classroom

Let op: straks moet je hiermee zinnen maken!

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
• schrijven, mindmap, eerst woordjes kleuren die lijken op het Nederlands, tekenen...

Vertaal en schrijf op:

• Jij bent op school.
• Hij heeft een pen.
• Wij hebben een boek.
• Jullie zijn blij.
• Zij hebben een hond.
• Zij zijn op het station.

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
• schrijven, mindmap, eerst woordjes kleuren die lijken op het Nederlands, tekenen...

Vertaal en schrijf op:

• Jij bent op school.              Tu es à l'école.
• Hij heeft een pen.                Il a un stylo.
• Wij hebben een boek.        Nous avons un livre.
                                                         On a un livre.
• Jullie zijn blij.                         Vous êtes contents.
• Zij hebben een hond.            Ils ont un chien.
• Zij zijn op het station.        Ils sont à la gare.

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
• schrijven, mindmap, eerst woordjes kleuren die lijken op het Nederlands, tekenen...

rappel: les accents

• un kilomètre
• déménager              (= verhuizen)
• un problème
• le métro
• en général               (= in het algemeen)
• négatif
• à vélo                         (= met de fiets)

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
• schrijven, mindmap, eerst woordjes kleuren die lijken op het Nederlands, tekenen...

tekstopbouw

• Wat is het doel van de inleiding?
• Waar staat de meest uitgebreide informatie?
• Wat staat meestal in de laatste alinea?

DDU

tekstopbouw

• Wat is het doel van een inleiding?
• Waar staat de meest uitgebreide informatie?
• Wat staat meestal in de laatste alinea?

page 69: fais ex 23a,b

DDU

Texte, page 69

• bekijk titel, plaatje, tussenkopjes, inleiding
• voorspellen: waar denk je dat de tekst over gaat?

Texte, page 69

• Met tafelgroepje: verdeel de tekst
• Lees 'jouw' alinea
• Schrijf één vraag op over 'jouw' alinea
• Wissel de vragen uit

les devoirs

1hva: mardi 7 mai, 5e uur 

1hvc: mercredi 8 mai, 2e uur

• Apprendre (= leren) bron C, les phrases-clés - Chapitre 6
• Faire (= maken) 24, 25 - page 71
• Controleer je antwoorden

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!

les jeunes détectives

À la fin du cours:

• Stoel aanschuiven.
• Rommel? In prullenbak.

• Rustig lokaal uit.