5h ak Leefomgeving wijken en buurten

Wijken en buurten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wijken en buurten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

         1                      2                                   3
Welke 3 fasen van het verstedelijkingsproces?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rotterdam heeft een stadsgewest, Den Haag heeft een stadsgewest etc.
Een aantal stadsgewesten bij elkaar noem je ...
A
een stad
B
vinex steden
C
een agglomeratie
D
een stedelijk gebied

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de Noordvleugel?
A
de bovenste helft van het Groene Hart
B
het stedelijke deel van Friesland, Groningen, Drenthe
C
het stedelijke deel ten noorden van Amsterdam
D
de bovenste helft van de Randstad rond Amsterdam

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Rurale-urbane migratie is
A
trek van de stad naar het platteland
B
van grote stad naar middelgrote stad
C
van stad naar het buitenland
D
van platteland naar stad.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Stadsgewest
Suburbanisatie
Urbanisatie
Netwerkstad

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Na 1870 trokken mensen van het platteland naar naar de stad.
Waarom trokken de mensen naar de stad?
A
urbanisatie
B
verstedelijking
C
agglomeraties
D
industrialisatie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Wat is suburbanisatie?
A
Het verhuizen naar de stad
B
Verhuizen uit de stad naar het omringende platteland
C
Het verhuizen binnen de stad
D
het verhuizen naar je werkplek

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1800
1960
1910
2017

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Wat is juist bij de opbouw van Nederlandse steden?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
naar buiten toe zijn ze vaak nieuwer
B
stations liggen vaak waar de industrialisatie begon
C
arbeiderswijken zie je net buiten de historische grachten
D
oude fabriekscomplexen worden soms verruild voor nieuwe wijken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e DTM fase, bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkte in de fabrieken.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Hoe verder naar buiten hoe...

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Gentrificatie?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Noem een voordeel en een nadeel van gentrification

Slide 19 - Open question

+ bewoners knappen zelf woningen op
+ voorzieningenniveau gaat omhoog

- woningen worden duurder
- oorspronkelijke bewoners kunnen huur 
- vaak niet meer betalen
Vinex-wijk
Leidsche Rijn
Vinex-wijk
Vinex (Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening extra):
  • Compleet nieuwe wijken tegen / vlakbij oude steden gebouwd om stedelijke druk te verlichten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waar vind je relatief veel Vinex-wijken?
A
in dorpen die kunnen uitbreiden
B
in rurale gebieden met veel ruimte
C
aan de rand van (oude) steden
D
in het Groene Hart

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Buurtprofiel
  1. Woningkenmerken
  2. bewonerskenmerken
  3. kenmerken van de woonomgeving

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken buurtprofiel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welk aspect hoort bij het buurtprofiel!?
A
De woonomgeving
B
De infrastructuur
C
de voorzieningen
D
de mate van verpaupering

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leefbaarheid van wijken gaat over woningkenmerken en bewonerskenmerken.
Wat is een woningkenmerk?
A
goede sociale cohesie
B
veel niet-Nederlanders
C
veel grote huishoudens
D
veel huurwoningen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bewonersken-merken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Krimp 
Leefbaarheid wordt slechter
Vergrijzing
Hoge geboortecijfers niet-westerse allochtonen

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Een stad waar slimme technologie centraal staat heet...
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Duurzame stad
D
Universiteitsstad

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van (het idee van) de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions