9.2 Ongezond 2/2 10-12-2021

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Paarse vrijdag
  2. Vorige les bespreken
  3. Uitleg
  4. Opdrachten maken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Paarse vrijdag
  2. Vorige les bespreken
  3. Uitleg
  4. Opdrachten maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

🥳⭐️ PAARSE VRIJDAG 10 DECEMBER ⭐️🥳

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik heb in de school posters gezien over paarse vrijdag.
0100

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Op Paarse Vrijdag gaan leerlingen en docenten paars gekleed naar school omdat...
A
Het een nationale feestdag is over de kleur paars, paars is namelijk de kleur van acceptatie!
B
Om te laten zien dat wij iedereen steunen, ongeacht seksuele en gender diversiteit.
C
Om te vieren en laten zien dat wij elkaar steunen en accepteren, ongeacht seksuele en gender diversiteit en alle andere verschillen zoals cultuur, geloof, afkomst of handicap.
D
Omdat......?

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Ik ken mensen (van tv, vrienden, familie of kennissen) die binnen de LHBTIQ+ gemeenschap vallen en bijvoorbeeld homo, bi of lesbisch zijn.
0100

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Woordenschat
lhbti
lesbienne
Een meisje dat op meisjes valt. 
Nora valt op meisjes, ze is lesbisch. 
homoseksueel
Iemand die homoseksueel is valt op mensen van hetzelfde geslacht. Het is een ander woord voor gay.
biseksueel
Iemand die verliefd kan worden op jongens én meisjes. 

intersekse
Intersekse-personen hebben een lichaam met mannelijke én vrouwelijke eigenschappen. Ze hebben vaak een afwijking in hun DNA, of hormonen.  
transgender
Een transgender is iemand die in het verkeerde lichaam is geboren. Iemand voelt zich een meisje, maar is geboren in het lichaam van een jongen. Of iemand voelt zich een jongen, maar is geboren in het lichaam van een meisje.  

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Weet jij wat deze woorden betekenen? Sleep de betekenissen naar het juiste woord.
Heb jij de tekst begrepen?
aseksueel
biseksueel
cisgender
gay
gender
GSA
homoseksueel
intersekse
non-binair
panseksueel
lesbienne
transgender
uit de kast komen
Vertellen op wie je valt of wie je bent. 
Valt op een mens.
Een meisje valt op meisjes.
Valt op mensen van hetzelfde geslacht.
geslacht
Niet aangetrokken voelen tot jongens of meisjes.
In het juiste lichaam geboren.
Valt op jongens én meisjes.
Ander woord voor homoseksueel.
Een groepje scholieren dat opkomt voor de acceptatie van iedereen.
Een lichaam met mannelijke én vrouwelijke dingen.
In het verkeerde lichaam is geboren.
Voelen zich geen jongen, en geen meisje. 

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Vorige les

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er in je lichaam?
Er verandert telkens van alles in je lichaam, hier moet je lichaam op reageren:
1. Verwijderen van stoffen waar er teveel van in het bloed zitten
2. Aanvullen van stoffen waar er te weinig van in het bloed zitten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er in je lichaam?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe raakt je lichaam afvalstoffen kwijt?
Uitscheiding --> uitscheidingsorganen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Nieren
Je nieren filteren je bloed.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nieren
1. Via de nierslagaders komt bloed met afvalstoffen in de nieren.
2. De nieren maken het bloed schoon met filtertjes. 
3. De gefilterde afvalstoffen worden opgelost in water. Dit is urine.
4. De urine gaat door de urineleiders naar je blaas.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 1 t/m 11 van 9.2
Klaar? Kies uit:
- Bespreek de opdrachten met je klasgenoot
- Werken aan je samenvatting

Slide 16 - Slide

This item has no instructions