overgangstoets unit 5 & 6

Overgangstoets unit 5&6
  1. Leer alle woorden en zinnen van unit 5 en 6 ( linkjes quizlet op volgende slide).
  2. leer de grammatica question taqs
  3. leer de grammatica who/which/that
  4. leer de grammatica much/many/lot of/lots of
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Overgangstoets unit 5&6
  1. Leer alle woorden en zinnen van unit 5 en 6 ( linkjes quizlet op volgende slide).
  2. leer de grammatica question taqs
  3. leer de grammatica who/which/that
  4. leer de grammatica much/many/lot of/lots of

Slide 1 - Slide

0

Slide 3 - Video

The rule
  1. Is de zin positief, dan is gebruik je not in de tag.
  2. Staat er not in de zin, dan gebruik je deze niet in de tag.
  3. Herhaal het werkwoord ( meestal het woord na de persoon)
  4.  Gebruik do, don't, does, doesn't did or did't als je een werkwoord niet kan veranderen.
  5. Herhaal de persoon, zonder de naam te gebruiken.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Who which that

  • betrekkelijke voornaamwoorden
  • Wijzen naar een persoon, dier of ding in een tekst 
Who -> personen
Which -> dieren of dingen

That -> dieren, dingen of personen, maar NOOIT na een komma!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Much

Betekent veel

Gebruik je bij dingen die je NIET kunt tellen

We don't have much time.

Many

Betekent veel

Gebruik je bij dingen die WEL kunt tellen

There aren't many rivers here.

Let op! je kunt het vaak zien aan de s achter een woord. 

Slide 8 - Slide


Lot of/ Lots of

lot of 
Betekent veel
Alleen in zinnen die positief zijn ( dus geen NOT)

Zowel bij telbare woorden als ontelbare woorden

NOOIT gebruiken als de woorden so, too en how in de zin staan. Dan gebruik je much of manu

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide