§2.4 Geld moet rollen!

Paragraaf 2.4
Geld moet rollen! 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.4
Geld moet rollen! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Toets ingepland: vrijdag 11 oktober
  • Terugblik §2.3 (5 min.)
  • Uitleg §2.4 (10 min.)
  • Opdrachten maken (35 min.)
  • Leerdoelen check (5 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik §2.3
Wie leent, maakt schulden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Henk leent € 7.000. Hij betaalt 60 maanden lang € 130 per maand.

Bereken de kredietkosten die Henk betaalt.

Slide 6 - Open question

(60 x € 130) - € 7.000 = € 800
Paragraaf 2.4
Geld moet rollen!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

waar gebruik je geld voor? Geef je alles uit?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?
Waarvoor kun je bij de bank terecht?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten §2.4
Maken deze les:
  • Opdracht 1 t/m 13

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Nakijken
  • Vaardigheden in Kwizl (V1 t/m 7)
  • Rekenopdrachten H2 op blz. 64 (behalve opdracht 10 t/m 13)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Je hebt een creditsaldo van € 189,50 op je rekening. Je koopt schoenen van
€ 85,25. Je rekent een drankje af voor € 6,20. Daarna koop je een trui van
€ 35,95 en een broek voor € 69,99. Alle betalingen doe je met je pinpas.

Bereken je saldo. Is het een debet- of creditsaldo?

Slide 21 - Open question

- € 7,89