3.4 Omgaan met verschillen

M&M
Pak je boek
Pak je laptop en laat hem nog dicht
Doe je mobiel in de telefoon tas

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

M&M
Pak je boek
Pak je laptop en laat hem nog dicht
Doe je mobiel in de telefoon tas

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning 
Nakijken scheiding Kerk en Staat
Uitleg Nederlandse cultuur, symbolen, 
helden, rituelen.
Aan de slag!

Leerdoel: Je kunt voorbeelden noemen van de Nederlandse cultuur, je weet wat symbolen, helden en rituelen zijn. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Cultuur
De manier waarop mensen leven.


Bestaat uit vier kenmerken:
1. Taal
2. Geloof
3. Gewoonten
4. Gebruiksvoorwerpen



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een Nederlands gebruiksvoorwerp?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Onze gewoontes: bv: Kringverjaardag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Onze tradities: bv: sinterklaas

Communicatie is ontzettend belangrijk binnen een cultuur.
Een gemeenschappelijke taal is een vorm van communicatie, maar ook lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen zijn onderdeel van communicatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Onze taal: Nederlands

Dezelfde taal spreken is een vorm van communicatie, maar ook lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen zijn onderdeel van communicatie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onze gerechten: bv: stroopwafels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Symbool
Held
Ritueel
woorden, gebaren of voorwerpen met speciale betekenis
Een handeling die in een cultuur belangrijk is
Een figuur of persoon met eigenschappen die gewaardeerd worden

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wie is jouw held?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Waarden en normen
Waarde = iets dat jij belangrijk vindt
Norm = de gedragsregel die daar uit voortkomt. 

Bijvoorbeeld: w= gezondheid / n= ik sport drie keer per week

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Norm of waarden?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.
A
Norm
B
Waarde

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Norm of Waarde?
Handen schudden?
A
Norm
B
Waarde

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Feit of mening

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Feit of mening?
Honden zijn leuke huisdieren
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

VOOROORDELEN 

Slide 19 - Slide

Een vooroordeel kan leiden tot discriminatie!
Een vooroordeel is:
A
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
B
Een oordeel over iets of iemand terwijl je wel de feiten kent
C
Een mening over iets of iemand met heldere argumenten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions