Klas 2 Module Europa bij hfst. 3 (economie)

Les Geo Future

Bij hoofdstuk 3

‘Economische samenwerking, de drijfveer’
Module Europa: grenzen & identiteit

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les Geo Future

Bij hoofdstuk 3

‘Economische samenwerking, de drijfveer’
Module Europa: grenzen & identiteit

Slide 1 - Slide

Vrij verkeer van goederen
Eén van de belangrijkste afspraken binnen de EU is dat er geen protectionisme is. D.w.z. dat er geen invoer-beperkende maatregelen zijn. Elk EU-land kan ‘vrij’ exporteren naar een ander EU-land.
Een land kan hierdoor meer exporteren. Hierdoor zijn er meer producten / mensen / bedrijven nodig. Dit is goed voor het inkomen van een land.

Slide 2 - Slide

De belangrijkste exportproducten van Nederland

Slide 3 - Slide

Nederland exporteert vooral veel naar andere EU-landen, al is dit de laatste jaren wel wat aan het verschuiven.

In 2002 was bijvoorbeeld een vierde van de handel bestemd voor niet-EU-landen; tegenwoordig gaat dit naar bijna een derde.

Slide 4 - Slide

Landen waar Nederlandse export naar toe gaat

Slide 5 - Slide

Europees landbouwbeleid
Eén van de onderwerpen die erg omstreden is, is het Europees landbouwbeleid.
Kort gezegd komt het erop neer dat boeren in de EU een gegarandeerde prijs en subsidie krijgen. Hierdoor gaan / blijven boeren te duur en te veel produceren. De prijs die consumenten betalen is hierdoor eigenlijk te hoog en er ontstaan overschotten.

Slide 6 - Slide

Verder worden landbouwgoederen uit niet-EU-landen geweerd uit onze markt. Vooral boeren uit ontwikkelingslanden hebben hier nadeel van. Zij zouden anders in de EU hun spullen kunnen verkopen en hier geld mee verdienen.
Er wordt wel gezegd dat alle ontwikkelingshulp die in geld gegeven wordt, in één keer afgeschaft zou kunnen worden als het Europese landbouwbeleid zou verdwijnen en boeren uit ontwikkelingslanden in de EU kunnen verkopen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Monetaire Unie
Een belangrijke afspraak van de EU-landen is de gemeenschappelijke munt: de euro. De afspraken hiervoor zijn in Maastricht gemaakt in 1992. In 2001 werd de euro eigenlijk ingevoerd, maar bleven we (de consumenten) nog betalen met de gulden. In 2002 ging elk land dat meedeed met de Europese Monetaire Unie over op de euro als betaalmiddel ook voor consumenten.

Slide 9 - Slide

Er is een aantal landen dat wel meedeed met de EU, maar niet de euro invoerde.

Dit waren Engeland, Zweden en Denemarken.

Inmiddels zijn  daar Hongarije, Polen, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië en Kroatië bijgekomen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video