Hoofdstuk 2 herhaling

Welkom!

Pak je Laptop erbij!

Sofian rekent bij de kassa af met zijn mobiel, hier is sprake van...

1. Giraal geld
2. Chartaal geld

Chartaal geld =

1. Munten
2. Op je bankrekening
3. pinpas
4. cash

Wat is een voorbeeld van directe ruil?

1. Fruit ruilen tegen groente
2. Kleding verkopen op de markt
3. een auto kopen
4. Kleding verkopen op marktplaats

Wat is geen geldfunctie

1. Ruilmiddel
2. Spaarmiddel
3. Groeimiddel
4. Rekenmiddel

Laura heeft € 20,- op haar bankrekening staan. Haar vader maakt € 15,- naar haar over. Ze betaald met haar pas € 10,00.
Wat is haar nieuwe saldo?

1. € 25,00
2. € 20,00
3. € 15,00
4. € 35,00

Welk spaarmotief gebruik je als je spaart voor een televisie?

1. sparen voor de rente
2. sparen uit voorzorg
3. sparen voor een doel
4. sparen voor een ander

Wat is géén reden om te sparen?

1. Sparen voor een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor rente
4. Sparen voor een ander

Wanneer je iets koopt, gebruik je geld als rekenmiddel

1. juist
2. onjuist

Wie is de Verzekerde?

1. Degene die de verzekering afsluit (loopt schade op).
2. Verzekeringsmaatschappij (betaald bij schade).

Een maandtermijn bestaat uit...?

1. Rente + aflossing
2. Aflossing
3. Rente
4. Aflossing - rente

Je hebt een lening bij een bank. De maandtermijn is 75 euro. Waarvan 3 euro rente. Hoeveel is de aflossing

1. 78 euro
2. 72 euro
3. 70 euro
4. 73 euro

Ik heb 200 euro op mijn rekening en krijg daarover 3 euro rente. Hoeveel procent is dat?

1. 6%
2. 15%
3. 1,5%
4. 3%

Op je spaarrekening staat 350 euro, je krijgt 1,5% rente per jaar. Hoeveel is de rente per jaar?

1. 5,25 euro
2. 50 euro
3. 4,75 euro
4. 3,50 euro

Wat is geen reden om te lenen?

1. Lenen om een auto te kopen
2. Lenen om een tekort op te vangen
3. Lenen om een huis te kopen
4. Lenen uit voorzorg

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.

1. juist
2. onjuist

Als je geld leent, krijg je rente van de bank

1. juist
2. onjuist

Je hebt €5000,- geleend. Je betaalt dit met €109,- per maand in 48 maanden terug. Hoeveel rente heb je betaald?

1. €5232,-
2. €232,-
3. €5000,-
4. €109,-

Je hebt €5000,- geleend. Je betaalt dit met €109,- per maand in 48 maanden terug. Hoeveel % rente heb je betaald?

1. 2,18%
2. 1,05%
3. 4,64%
4. 0,96%

Sara leent 2.000 euro tegen 3,1% rente.
Bereken welk bedrag zij aan rente moet betalen.

1. € 62,00
2. € 15,00
3. € 6.200,00
4. € 31,00

Je hebt € 1.000,- schade en je eigen risico is € 250,-.
Hoeveel betaald de verzekerde?

1. € 1.000,-
2. € 750,-
3. € 250,-
4. € 1.250,-