Negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

- Proefwerk bespreken

- Starten hoofdstuk 2 "Negatieve getallen".

Aan het eind van deze les:

- Hebben we geoefend met hoofdrekenen

- Weet je wat positieve en negatieve getallen zijn

- Weet je wat tegengestelde getallen zijn

 

Negatieve getallen worden geschreven met een - (min)

1. Ja
2. Nee

Welke getallen zijn
negatieve getallen?

1. 0
2. -20
3. -8
4. 20

Negatieve getallen zijn

1. getallen onder nul
2. getallen boven nul

waar of niet waar? -4 en 4 zijn tegengestelde getallen

1. waar
2. niet waar

Maak

• blz. 80  Testopgave

Huiswerk

- Maken voorkennis blz. 78

- Maken opd. 1 t/m 8 blz. 79 t/m 81

Wat gaan we vandaag doen?

- Nakijken huiswerk (voorkennis + opd. 1 t/m 8)

- Theorie B: groter dan en kleiner dan --> Doel: je kunt de tekens voor groter dan en kleiner dan invullen

- Samen oefenen

- Huiswerk

Samen maken testopgave op blz.82.

Maak gebruik van de getallenlijn!

Nog meer samen oefenen

Groter of kleiner?
-1 .......... -5

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
50 .......... 15

1. <
2. >
3. =
4. ?

Kies uit groter of kleiner:
-5 is ... dan 1

1. Groter
2. Kleiner

Groter of kleiner?
-1 .......... -5

1. <
2. >

Groter of kleiner?
-6 ......... 5

1. <
2. >

Groter of kleiner?
0,4 ......... 5

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
-4 .......... 3

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
-15 .......... -50

1. <
2. >
3. =
4. ?

Huiswerk

Maken opd. 9 t/m 14 +16 + 17 blz. 82 t/m 84

Wat gaan we vandaag doen?

- Nakijken opd. 9 t/m 14 +16 + 17 blz. 82 t/m 84 --> samen

- Oefenen!

Wat gaan we vandaag doen?

- Herhalen negatieve getallen, < en >

- Leerdoelencheck blz. 84

- Sommen met negatieve getallen

Negatieve getallen worden geschreven met een - (min)

1. Ja
2. Nee

Welke getallen zijn
negatieve getallen?

1. 0
2. -20
3. -8
4. 20

Negatieve getallen zijn

1. getallen onder nul
2. getallen boven nul

waar of niet waar? -4 en 4 zijn tegengestelde getallen

1. waar
2. niet waar

Groter of kleiner?
-1 .......... -5

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
50 .......... 15

1. <
2. >
3. =
4. ?

Kies uit groter of kleiner:
-5 is ... dan 1

1. Groter
2. Kleiner

Groter of kleiner?
-1 .......... -5

1. <
2. >

Groter of kleiner?
-6 ......... 5

1. <
2. >

Groter of kleiner?
0,4 ......... 5

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
-4 .......... 3

1. <
2. >
3. =
4. ?

Groter of kleiner?
-15 .......... -50

1. <
2. >
3. =
4. ?

Leerdoelencheck blz. 84

Extra vraag: Wat is het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur?

Huiswerk

Maken opd. 19 t/m 27 op blz. 86 + 88

Wat gaan we vandaag doen?

- Nakijken huiswerk

- Theorie optellen en aftrekken negatieve getallen

Wat gaan we vandaag doen?

- Herhalen rekenvolgorde

- Nakijken testopgave blz. 102

- Proefwerk opgeven

- Opdrachten maken

Rekenvolgorde

Proefwerk hoofdstuk 2

Maandag 21 november

Huiswerk

- Maken opd. 74 t/m 79 blz. 103 + 104

- Maken leerdoelencheck blz. 104

- Maken gemengde opgaven blz. 108

Wat gaan we vandaag doen?

- Nakijken huiswerk --> rekenvolgorde + gemengde opgaven

- Samenvatting doorspreken op blz. 110 + 111

- Maken diagnostische toets (online of in je boek) -->

LET OP, niet de kaderopdrachten!