Donderdag 21 september

Deutsch
Donnerstag, den 21. September 2023
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Deutsch
Donnerstag, den 21. September 2023

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • de grammatica uit Lektion 1 t/m3 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  

  • de woordenschat uit Lektion 1 t/m 3 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
Grammatik Wiederholung 
Selbständig arbeiten 
Wortschatz falsch oder richtig

Slide 3 - Slide

Grammatik Wiederholung

Slide 4 - Slide

Wat hebben we behandeld?

Slide 5 - Mind map

Werkwoorden, persoonlijk- en vragend voornaamwoorden

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe heet het ezelsbruggetje?
A
Partytenten
B
Feesttenten
C
Feestzaal
D
Partyzaal

Slide 12 - Quiz

u wordt in het Duits zonder hoofdletter geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

(Waarvandaan) ........ kommt er?
A
Woher
B
Wo
C
Was
D
Wer

Slide 14 - Quiz

Er ....... kein Geschenk.
A
kaufe
B
kaufen
C
kauft
D
kaufst

Slide 15 - Quiz

Om de stam van het werkwoord te krijgen haal je ......... van het hele werkwoord.
A
n
B
e
C
em
D
en

Slide 16 - Quiz

(Hoe)....... alt bist du?
A
Wer
B
Wo
C
Wie
D
Was

Slide 17 - Quiz

Ihr........ (zijn) zwölf Jahre alt.
A
sind
B
seit
C
bist
D
seid

Slide 18 - Quiz

........ Sie in Nijmegen?
A
Wohnt
B
Wohnst
C
Wohnen
D
Wohne

Slide 19 - Quiz

Wir.......(hebben) zwei Brüder
A
habt
B
haben
C
hast
D
habe

Slide 20 - Quiz

Du .......... Lisa, oder?
A
heißt
B
heißst
C
heißest
D
heißen

Slide 21 - Quiz

Falsch oder richtig

Slide 23 - Slide

das Bundesland= het meisje

Slide 24 - Slide

die Hauptstadt= de hoofdstad

Slide 25 - Slide

vielleicht= misschien

Slide 26 - Slide

der Nachname= zonder

Slide 27 - Slide

de broer= der Brüder

Slide 28 - Slide

de zus= die Mutter

Slide 29 - Slide

ohne= zonder

Slide 30 - Slide

immer= sinds

Slide 31 - Slide

het kleinkind= die Schwester

Slide 32 - Slide

de dochter= die Tochter

Slide 33 - Slide

oft= vaak

Slide 34 - Slide

aber= omdat

Slide 35 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • de grammatica uit Lektion 1 t/m3 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  

  • de woordenschat uit Lektion 1 t/m 3 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Slide 36 - Slide

Hebben jullie het begrepen?

1. Er .........(wohnen) in Deutschland.

2. (wie)......... ist der Mann?

3. Wir ......... (sein) nach Berlin gefahren.  

Slide 37 - Slide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 38 - Slide