Aanwijzend voornaamwoord (AW.VNW)
Een
aanwijzend voornaamwoord (AW.VNW) 'wijst' een zelfstandig naamwoord aan of vervangt het (dan kun je het erachter zetten).
Die jongen uit H3G haalt voor natuurkunde zulke hoge cijfers.
Ik wil dit cadeautje niet. Ik wil dát! Het is zo'n leuk ding!
De belangrijkste aanwijzende voornaamwoorden zijn: die, dit, dat, deze, zo'n, zulk(e). Gebruik bij de-woorden die of deze en bij het-woorden dat of dit.