les 4: humor

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waarom lachen we?

Slide 2 - Mind map

Mannen lachen vaker dan vrouwen.
juist
fout

Slide 3 - Poll

De luisteraar lacht vaker om een mop dan de verteller ervan.
juist
fout

Slide 4 - Poll

Mannen vinden humor bij vrouwen aantrekkelijk.
juist
fout

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 7 - Open question

Wat is het teksttype van deze tekst?

Slide 8 - Open question

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
informatie geven
B
overtuigen
C
mening geven
D
ontspannen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

DUID DE SIGNAALWOORDEN AAN IN DE TEKST
BLZ 41

Slide 11 - Slide

CURSUS P. 42
oef. 1 a

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

CURSUS P. 43
oef. 1 d

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

non-verbale humor =
A
taalhumor
B
absurde humor
C
zwarte humor
D
situatiehumor

Slide 16 - Quiz

Het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt =
A
cynisme
B
zwarte humor
C
ironie

Slide 17 - Quiz

een afwijzende, negatieve houding benadrukken, een negatief beeld hebben van de dingen =
A
sarcasme
B
cynisme

Slide 18 - Quiz

CURSUS P. 44-49
oef. 2-3-4-5-6

Slide 19 - Slide

non-verbale humor =
A
taalhumor
B
absurde humor
C
zwarte humor
D
situatiehumor

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

CURSUS P. 44-49
oef. 2-3-4-5-6

Slide 22 - Slide

een afwijzende, negatieve houding benadrukken, een negatief beeld hebben van de dingen =
A
sarcasme
B
cynisme

Slide 23 - Quiz

Het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt =
A
cynisme
B
zwarte humor
C
ironie

Slide 24 - Quiz