This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 4
Voortplanting en seksualiteit
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Slide
Herhaling man
In de zaadballen ontstaan zaadcellen
De bijballen slaan zaadcellen op
Zaadleiders vervoeren zaadcellen
Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe
Via de urinebuis komt sperma naar buiten
Slide 2 - Slide
In volgorde: Q: R: S
A
Zaadblaas:Prostaat:
Bijbal
B
Urineblaas:Prostaat:
Teelbal
C
Prostaat:Zaadblaas:
Teelbal
D
Urineblaas:Prostaat:
Bijbal
Slide 3 - Quiz
Waaruit bestaat sperma?
Slide 4 - Open question
Welke delen van het voortplantingsstelsel van de vrouw ken je?
Slide 5 - Mind map
Herhaling vrouw
Eierstokken -> hierin liggen de eicellen
Eicellen rijpen in een blaasje in de eierstok
(ong. 20 eicellen doen hun best)
1 eicel is 'de beste' deze is na 2 weken rijp
Bijna altijd gaat die ene eicel naar de eileider: ovulatie
Als de rijpe eicel in de eileider is, is de vrouw vruchtbaar
De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder (wel of niet bevrucht)
Slide 6 - Slide
Wat is 'de ovulatie'? Noteer 1 woord.
Slide 7 - Open question
nr. 2 nr. 4 (blauw) nr. 9
A
2: zaadleider 4: eierstok
9:baarmoederwand
B
2 zaadleider 4: zaadbal
9: urineblaas
C
2: eileider 4: eierstok
9: baarmoederslijmvlies
D
2: eileider 4: eierblaas
9: baarmoederwand
Slide 8 - Quiz
bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen
Slide 9 - Slide
Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus
Slide 10 - Quiz
Menstruatiecyclus
Duurt ongeveer 28 dagen
Eicel rijpt
Baarmoederslijmvlies groeit
Eisprong
Geen bevruchting - Menstruatie
Wel bevruchting - Zwangerschap
Slide 11 - Slide
Je ziet bovenaan een klein bolletje. Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het
baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je de 4 tot 7 dagen vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie
Slide 13 - Quiz
Hoeveel ml bloed verliest een meisje als ze menstrueert.
A
20
B
40
C
70
D
100
Slide 14 - Quiz
Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35
Slide 15 - Quiz
Je ziet hier
A
Het inbrengen van een tampon
B
Een tampon zonder inbrenghuls
C
Een tampon met inbrenghuls
D
Een vrouwencondoom
Slide 16 - Quiz
Bevruchting: Hoe en waar vindt het plaats en wat gebeurt er snel daarna? Noteer woorden in volgorde.
Slide 17 - Open question
Deze tweeling is tot ontwikkeling gekomen
A
in 1 eileider
B
in 1 of 2 eileiders
C
in de eierstok
D
in de vagina
Slide 18 - Quiz
Welke seksuele voorkeuren ken je? (seksuele diversiteit)
Slide 19 - Open question
Welke vormen van seksueel geweld ken je?
Slide 20 - Mind map
Hoe kun je een soa krijgen? Noteer 2 woorden.
Slide 21 - Open question
Waar let je op als je een condoom gebruikt?
Slide 22 - Mind map
Een condoom
Hoe gebruik je een condoom?
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
nu
laten de jongens zien
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Een vrouwencondoom?
Wat is dat en hoe gebruik je dat condoom?
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Wat is een voordeel van een vrouwencondoom?
A
Je kunt het al uren voor je vrijt indoen
B
het is betrouwbaarder dan het mannencondoom
C
het is goedkoper dan het mannencondoom
D
Je kunt het meerdere keren gebruiken
Slide 29 - Quiz
Wanneer is het verstandig om je te laten testen op een soa?
Slide 30 - Open question
Wat weet jij van Chlamydia?
Slide 31 - Open question
Chlamydia
- meest voorkomende soa in Nederland
- wordt veroorzaakt door bacterie
- is te genezen met antibioticum
- geeft lang niet altijd ziekteverschijnselen
- soms waterige afscheiding en pijn bij het plassen
- veroorzaakt onvruchtbaarheid
Slide 32 - Slide
Wat weet je van chlamydia? (1 of meer antw. goed)
A
Als iemand besmet is hoeft die persoon er niets van te merken
B
De veroorzaker is een bacterie
C
De chlamydia-bacterie zit vooral in de urinebuis / baarmoederhals
D
De bacterie kan in de eileider of bijbal aanwezig zijn.
Vrouw kan onvruchtbaar worden.
Slide 33 - Quiz
Wat weet jij van Hiv en Aids?
Slide 34 - Open question
Slide 35 - Video
Als iemand in Nederland Hiv besmet is, krijgt diegene zeker Aids
A
Nee, in Nederland zijn medicijnen die Hiv remmen
B
Ja, dat klopt,
maar waarschijnlijk
na ongeveer 5 jaar
C
Ja dat klopt, waarschijnlijk binnen 1 jaar
D
Als je Hiv besmet bent, heb je al Aids
Slide 36 - Quiz
Een seksuele relatie? Wanneer ga jij aan zo'n relatie beginnen?
Slide 37 - Mind map
25 % van de jongeren gebruikt bij de 1e keer geen condoom Hoe zou dat kunnen komen?
Slide 38 - Mind map
50 % van de jongeren vrijt zonder condoom als ze 3 maanden een vaste relatie hebben (1 of meer antwoorden goed)
A
Een soa kan ook vanzelf verdwijnen. Na 3 maanden weet je dat je geen soa kunt oplopen.
B
Je partner kan wel een soa hebben ook al zijn er geen klachten
C
Als iemand daarvoor al een seksuele relatie heeft gehad is het is verstandig om eerst te testen
D
Na 3 maanden weet je echt wel of je iemand kunt vertrouwen. Als er geen klachten zijn is het geen probleem.
Slide 39 - Quiz
andere soa's
Genitale wratten: goedaardige afwijkingen van de huid op en rond de geslachtsdelen
oorzaak: virus
behandeling: zalf of wegbranden/bevriezen
Herpes genitalis: terugkomende blaasjes en zweertjes op en rond de geslachtsorganen
oorzaak: virus
behandeling: medicijnen om de groei van het virus te remmen.
géén genezing
Gonoroe: pus of slijm uit de urinebuis van mannen (vrouwen hebben vaak geen klachten)
oorzaak: bacterie
behandeling: antibiotica
Slide 40 - Slide
Iemand zegt: Jouw seksuele voorkeur is een keuze. Wat vind jij?
Slide 41 - Open question
Karl zit al jarenlang in een vriendengroep. Hij ontdekt als hij 15 is, dat hij homo is. Hij vertelt het zijn vrienden. Eén van zijn beste vrienden scheldt hem nu vaak uit. Hoe of wat zal Karl nu voelen of denken?
Slide 42 - Open question
Coming-out Wanneer doe je dat? Wat heb je daarvoor nodig?
Slide 43 - Mind map
Slide 44 - Video
Vrijen: wil IK het?
wil IK het ?
wil IK het met deze persoon ?
wil IK het nu ?
wil IK het hier, op deze plek ?
wil IK het op deze manier ?
Respecteer je eigen keuze. Een NEE van een ander is ook een NEE voor jou.