14.4 Inademen en uitademen

programma
terugblik
inleiding 14.4 - Inademen en uitademen
uitleg
opdrachten maken
afsluiting
18 maart PW
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

programma
terugblik
inleiding 14.4 - Inademen en uitademen
uitleg
opdrachten maken
afsluiting
18 maart PW

Slide 1 - Slide

B - longblaasjes
A -long
E -Bronchië
C -Luchtpijptakje
D -luchtpijp

Slide 2 - Drag question

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quiz

Geef 4 redenen waarom neusademhaling gezonder is dan mondademhaling

Slide 4 - Open question

Met welk cijfer is de luchtpijp aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 5 - Quiz

Bij het slikken bevindt de huig zich in stand ... en het strotklepje in stand ...
A
1 en 1
B
2 en 2
C
1 en 2
D
2 en 1

Slide 6 - Quiz

14.4 Inademen en uitademen

Slide 7 - Slide

Leerdoel
14.4.1 Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.
14.8.1 Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.


Ademhalen doe je niet alleen met je longen. Er zijn meer organen die een rol spelen bij de ademhaling. Je ademhaling gaat niet altijd in hetzelfde tempo. Als je tegen de wind in fietst of intensief sport, ga je sneller ademhalen. Je kunt ook sneller gaan ademhalen als je angstig, woedend of zenuwachtig bent.


Slide 8 - Slide

Filmpjes
We bekijken samen de 4 filmpjes van BVJ

Slide 9 - Slide

wat
Lezen  bs 14.4 - samenvatting maken
Hoe
lees de tekst van basisstof 14.4  
Maak een samenvatting - opdracht 4 in je werkboek 
Hulp
1) boek   & pen, zelfstandig (dus alleen in stilte)
Tijd
 15 minuten 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

borstademhaling

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

buikademhaling

Slide 14 - Slide

wat
maken opdrachten bs 14.4
Hoe
lees het stukje tekst voor de vraag   
maak daarna de vraag
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
15 minuten (niet af --> huiswerk)
Klaar
Opdrachten af? 

oefen  met flitskaarten (online)
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Wat heb je nog onthouden

14.4.1 Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.






Slide 16 - Slide

Karel is bij de dokter voor een ademhalingstest. Hij moet een paar keer op verschillende manieren in- en uitademen. Karel ademt diep in met buik- en borstademhaling.

Welke spieren trekken niet samen bij een diepe inademing?


A
bepaalde tussenribspieren
B
buikspieren
C
middenrifspieren
D
middenrifspierenspieren in de hals

Slide 17 - Quiz

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 18 - Drag question

Leerdoel

14.8.1 Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.


 Je ademhaling gaat niet altijd in hetzelfde tempo. Als je tegen de wind in fietst of intensief sport, ga je sneller ademhalen. Je kunt ook sneller gaan ademhalen als je angstig, woedend of zenuwachtig bent.


Slide 19 - Slide

Ademhalingsprikkel
Impuls vanuit hersenstam om te ademen --> ademhalingsspieren trekken samen -->
inademing

Waardoor wordt de impuls opgewekt?

Slide 20 - Slide

Wat is een receptor
receptoren zijn ontvangers (soort antennes), die zich aan de buitenkant van cellen bevinden, en signalen opvangen uit het bloed.

Slide 21 - Slide

Receptoren in de wanden van de aorta en halsslagaders meten het koolstofdioxide gehalte van het bloed en geven deze informatie door aan de hersenen.

Als je je adem inhoudt, neem het zuurstofgehalte van het bloed af en neemt het koolstofdioxide gehalte van het bloed toe. 

Als het koolstofdioxide-gehalte te hoog is gaat er een seintje naar het ademcentrum in de hersenstam en via het zenuwstelsel worden de ademhalingsspieren geactiveerd
Ademhalingsprikkel

Slide 22 - Slide

 Hyperventilatie
Bij hyperventilateren adem je heel vaak en snel uit, 
terwijl je te weinig inademt
--> Lagere CO2-concentratie in het bloed
--> Geen activering CO2-receptoren
-->Geen ademhalingsprikkel
--> situatie blijft bestaan
HOE LOS JE DIT DAN OP??

Slide 23 - Slide

CO2
CO2
O2
O2
 Hyperventilatie

Slide 24 - Slide

wat
Lezen en maken bs 14.4 + 14.8
Hoe
lees de tekst van basisstof 14.1  maak daarna de vragen
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? 

Oefen met de flitskaarten van 14.4 en 14.8
timer
20:00

Slide 25 - Slide

Afsluiting - inloggen in LessonUp

14.4.1 Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.




Slide 26 - Slide

Wat geeft letter Q aan?

Slide 27 - Open question

Wanneer je op een koude winterdag zonder handschoenen op school aankomt kan het zijn dat je je vingers nauwelijks nog kunt bewegen. Leg in 2 stappen uit hoe dat komt.

Slide 28 - Open question

René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?


A
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden sneller dan in rust
B
zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust
C
zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust
D
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden langzamer dan in rust

Slide 29 - Quiz

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 30 - Drag question