This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ontdek de stelling van Pythagoras
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les ken je de stelling van Pythagoras en kun je deze toepassen in verschillende situaties.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over de stelling van Pythagoras?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is de stelling?
De stelling van Pythagoras legt de relatie uit tussen de lengtes van de zijden van een rechthoekige driehoek.
Slide 4 - Slide
Introduceer de stelling van Pythagoras en leg uit wat het betekent.
De formule
De formule voor de stelling van Pythagoras is a² + b² = c², waarbij c de lengte van de schuine zijde is.
Slide 5 - Slide
Laat de formule zien en leg uit wat de variabelen a, b en c betekenen.
Voorbeeld
Laten we de stelling van Pythagoras toepassen op een driehoek met zijden van 3 en 4. Wat is de lengte van de schuine zijde?
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen de formule gebruiken om de lengte van de schuine zijde te berekenen.
Gegeven: a = 3 en b = 4. Bereken c.
A
7
B
5
C
8
D
6
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
Antwoord voorbeeld
Het antwoord is 5. De lengte van de schuine zijde is gelijk aan de wortel van 3² + 4² = 5².
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen hun antwoorden vergelijken en bespreek waarom het antwoord correct is.
Toepassingen
De stelling van Pythagoras kan worden toegepast in verschillende situaties, bijvoorbeeld bij het berekenen van afstanden of het bouwen van constructies.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waarin de stelling van Pythagoras kan worden gebruikt en bespreek hun antwoorden.
Oefenen
Laten we oefenen met het berekenen van de lengte van de schuine zijde van een driehoek met zijden van 5 en 12.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen de formule gebruiken om de lengte van de schuine zijde te berekenen en controleer hun antwoorden.
Gegeven: a = 5 en b = 12. Bereken c.
A
9
B
10
C
13
D
15
Slide 11 - Quiz
This item has no instructions
Antwoord oefenen
Het antwoord is 13. De lengte van de schuine zijde is gelijk aan de wortel van 5² + 12² = 13².
Slide 12 - Slide
Laat de leerlingen hun antwoorden vergelijken en bespreek waarom het antwoord correct is.
Pythagorese drietallen
Pythagorese drietallen zijn sets van drie getallen die voldoen aan de stelling van Pythagoras. Bijvoorbeeld 3, 4 en 5.
Slide 13 - Slide
Leg uit wat Pythagorese drietallen zijn en laat leerlingen voorbeelden geven.
Samenvatting
De stelling van Pythagoras legt de relatie uit tussen de lengtes van de zijden van een rechthoekige driehoek. De formule is a² + b² = c² en kan worden toegepast in verschillende situaties. Pythagorese drietallen zijn sets van drie getallen die voldoen aan de stelling van Pythagoras.
Slide 14 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en controleer of de leerlingen de stelling van Pythagoras begrijpen.
Wat is de formule om de schuine zijde van een rechthoekige driehoek te berekenen?
A
a + b
B
√(a² + b²)
C
a - b
D
a x b
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Wat is de toepassing van de stelling van Pythagoras?
A
Het berekenen van de omtrek van een cirkel
B
Het berekenen van de oppervlakte van een vierkant
C
Het berekenen van de hoeken van een gelijkzijdige driehoek
D
Het berekenen van de lengte van de schuine zijde van een rechthoekige driehoek
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
Wat is de formule van de stelling van Pythagoras?
A
b² + c² = a²
B
a² + b² = c²
C
a² + d² = c²
D
a² + b² = d²
Slide 17 - Quiz
This item has no instructions
Wie heeft de stelling van Pythagoras ontdekt?
A
Pythagoras
B
Euclides
C
Archimedes
D
Einstein
Slide 18 - Quiz
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.