This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen
Ik ken het verschil tussen du en Sie
Ik ken de woordenlijst van Kapitel 4
Ik kan kloktijden maken
Ik kan een rangtelwoord formuleren
Ik ken de woordenlijst van Kapitel 5
haben of sein
Op de volgende website kun je de vormen van haben en sein oefenen. Lees eerst de zin
Klokkijken
(let op: 10 seconden om te antwoorden)