Spaans L09-di

Lección 9
Fecha: 23/03/2021
Clase de español (MBO XL)
Profesora: Nastasia Rusu
Email: nf.rusu@alfa-college.nl 
(beschikbaar di, wo, do)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
spaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lección 9
Fecha: 23/03/2021
Clase de español (MBO XL)
Profesora: Nastasia Rusu
Email: nf.rusu@alfa-college.nl 
(beschikbaar di, wo, do)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

El programa
  • Hoy:
    Vamos a hablar
    Vamos a hacer ejercicios
    También vamos a escuchar, escribir y aprender. 

    Aan het einde van de les... 
    ...weet je hoe je eten/drinken kunt bestellen.
    ...heb je geoefend met de adjetivos en
    ken je de hoofdregels die hierbij horen.
Bij de hand hebben:
- telefoon
- boekje opSTAP

Slide 2 - Slide

Dit zijn allemaal dingen die wij gaan doen vandaag.

Wat betekent 'vamos a'
 ¿Qué significa...?
 Wat betekent....

¿Qué significa 'comida' (en holandés)? 
- 'Comida' significa ......
 ¿Qué significa 'vamos a' (en holandés)? 
- 'Vamos a' significa ........



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

HABLAR

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Llamarse  = heten, zich noemen

1. ¿Cómo te llamas?
 - Me llamo .....      ¿Y tú?
2. ¿Cómo se llama tu hermano / tu padre / tu madre /.....?
- Mi padre se llama ....  ¿Y cómo se llama....?
3. ¿Cómo se llama tu novio/novia? 
- Mi novio/novia se llama ..... 

Tener  = hebben

1. ¿Cuántos años tienes?
- Tengo ....  años.        ¿Y tú?
2. ¿Cuántos años tiene tu hermano/ tu madre / tu padre / .....?
- Mi .... tiene ..... años.
- (Él/ella) Tiene ..... años. 
3. ¿Tienes pareja? 
- Sí, tengo un novio/una novia. 
- No, no tengo ....

Getallen 1-100:
https://www.youtube.com/watch?v=p-p2V4SCNAY

Slide 5 - Slide

in tweetallen > rest dempen!
Tomar / desear

1. ¿Qué significa 'tomar'? ¿Y qué significa 'desear'?
2. In welke setting gebruik je deze woorden?
3. ¿Qué significa '¿Qué tomas?'  y '¿qué deseas?'  en holandés?
4. Hoe krijg je de ik-vorm?





Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tomar / desear
1. Tomar = nemen, desear = wensen/willen
2. Nuttig in een restaurant, café of op het terras.
3. ¿Qué tomas?  = Wat neem je?
    ¿Qué deseas?  = Wat wil je/wat wens je?
4. De ik-vorm krijg je door - ar te doen. De stam is tom- of dese-
     De vervoegingen staan op p. 43 van het boekje.
5. Rondje: wat neem jij? 
    - Tomo/deseo un/una....

Weet je niet welk lidwoord (m/v) je moet gebruiken? Vraag dan:
¿Es masculino o femenino? 




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: gustar
1. Vertaal de woorden met behulp van de plaatjes
2.  ¿Qué te gusta comer/beber?
In tweetallen: stel elkaar vragen met gustar



Vorm van gustar + lidwoord + zelfstandig nw. ev.
¿Te gusta el pollo?
- No, no me gusta la carne.

OF

Vorm van gustar + lidwoord+ zelfstandig nw. mv.
¿Te gustan las verduras?
- Sí, me gustan los tomates, pero (maar) no me gustan .....

Kijk goed welke lidwoorden je gebruikt (!)

Slide 8 - Slide

in tweetallen

ADJETIVOS

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Los deberes
  • Maak de opdrachten van het bijvoeglijk naamwoord (PDF-bestand: ejercicios el adjetivo,
    blz. 2+3
    ).  Mail de antwoorden naar nf.rusu@alfa-college.nl .
  • Bestudeer hoe je regelmatige werkwoorden die op -ir eindigen vervoegt (p. 87) en oefen via:  https://www.esfacil.eu/nl/werkwoorden/oefenen/complete-tijden.html
    Een paar werkwoorden op -ir: vivir, escribir, discutir, abrir
  • Check de site wozzol.nl --> handig om woordjes en uitspraak mee te oefenen.

    Blijf oefenen met de woordenschat via het online studiemateriaal :
https://portal.coutinho.nl/spaansopstap/studiemateriaal/hoofdstukken.html
selecteer hoofdstuk > oefenen > woordenschat
                                                                                                                  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions