H3 Par 3 centrum en periferie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H3 Par 2. Centrum en Periferie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Leerdoelen
- Herhaling Par. 2. Rijk of Arm
- Instructie Par. 3
- Maken HW opdracht 1 t/m 8, 
- Afsluiting. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
- Je kunt de wereld indelen in centrum, semiperiferie en periferie. 
- Je kent de kenmerken van het centrum, de semiperiferie en de periferie in de wereld. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhaling Par. 2 Rijk en arm. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is de definitie van het bruto binnenlands product (bbp)?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Waar staat het HDI voor? Wat meten we hier mee?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Welk kenmerk wordt niet gemeten bij het HDI?
A
Welvaart.
B
Analfabetisme.
C
Arbeid.
D
Levensverwachting.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

HW bespreken
Opdracht 1b: Het bbp zegt niet alles over de rijkdom of armoede in een land. Leg dit uit. 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

HW bespreken
Opdracht 1b: Het bbp zegt niet alles over de rijkdom of armoede in een land. Leg dit uit. 

Het bbp geeft slechts aan wat er per jaar in een land wordt verdiend. Het bbp kan hoog zijn doordat er heel veel mensen in het land wonen. Dit zegt nog niet hoeveel er door elke inwoner gemiddeld wordt verdiend. Dit kan veel lager zijn dan het bbp doet voorkomen. Ook op andere ontwikkelingskenmerken kan het land slecht scoren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2b: Verklaar waarom China hoog op de wereldranglijst staat voor het bbp en veel lager voor het beep per hoofd. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2b: Verklaar waarom China hoog op de wereldranglijst staat voor het bbp en veel lager voor het beep per hoofd. 
Het bbp van China is zo hoog vanwege het enorme aantal inwoners; er worden door heel veel mensen goederen en diensten geproduceerd. Als je dit bbp door het aantal inwoners deelt (bbp per hoofd), blijkt het bbp gemiddeld per inwoner veel minder gunstig te zijn in vergelijking met andere landen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4. Wat is het verband tussen levensverwachting en de mate van rijkdom in een land? Leg je antwoord uit. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

4. Wat is het verband tussen levensverwachting en de mate van rijkdom in een land? Leg je antwoord uit. 
Hoe rijker een land, hoe hoger de levensverwachting. Een hogere levensverwachting komt met name door betere gezondheidszorg en betere voeding. Hoe rijker een land, hoe meer geld er voor deze zaken is.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

6a Wat is het verschil tussen absolute en relatieve armoede?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

6a Wat is het verschil tussen absolute en relatieve armoede?
Absolute armoede is armoede waarbij mensen niet kunnen voorzien in hun basisbehoeften, zoals voeding, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg.
  Relatieve armoede is armoede vergeleken met het gemiddelde inkomen van een land.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

7. waarom hebben veel landen hun eigen armoedegrens? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

7. waarom hebben veel landen hun eigen armoedegrens? 
De kosten om in de basisbehoeften te voorzien zijn in elk land anders.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Instructie H3 Par 3. Centrum en Periferie.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

semi-periferie
Centrum
Periferie

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Centrum - semiperiferie - periferie
timer
7:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen smartphone?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Periferie - mijnbouw
Semi periferie -fabrieken
Centrum - ontwerp

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Centrum landen
- Rijke landen met een heel hoge HDI. 
- Veel invloed in de wereld. 
- Veelal westerse landen, maar ook Japan, Zuid-Korea en Israël. 
- Landen met veel kennis --> hier worden hoogwaardige industriële producten bedacht en vaak ook gemaakt. 
- Rijke mensen = grote afzetmarkt. (De mensen kunnen veel spullen kopen). 
- Meeste mensen werken in de tertiaire sector (diensten)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opkomende landen (semi-periferie)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

4 kenmerken
  1. De economie groeit er snel, vaak met 5 tot 10% per jaar
  2. BBP per inwoner relatief laag
  3. grote sociale en regionale ongelijkheid  
  4. Veel mensen werken in de industrie. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk 1: De economie groeit snel. Waarom?

Buitenlandse bedrijven investeren in deze landen. 
Relatief veel mensen werken in de industrie. 

Vrije markteconomie


Slide 27 - Slide

Kenmerk 1: De economie groeit snel. Waarom?

De economie in groeilanden groeit vaak met 5 tot 10% per jaar.
Dit komt omdat er veel buitenlandse bedrijven zijn die willen investeren in de industrie van deze landen omdat de lonen in deze landen laag zijn, maar de mensen wel voldoende scholing hebben om te werken in fabrieken.
Ook zijn deze landen van een gesloten economie (weinig tot geen handel met andere landen) naar een vrijemarkteconomie
Kenmerk 2: Het BBP per inwoners is nog relatief laag.



Dit heeft te maken met dat de economie van deze landen nog niet zo groot is als de rijke ontwikkelde landen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk 3: sociale en regionale ongelijkheid.

Sociale ongelijkheid: Het verschil in welvaart en welzijn tussen arme en rijke mensen.
regionale ongelijkheid: Het verschil in welvaart tussen verschillende gebieden. (stad vaak rijker dan platteland)
Wel het aantal mensen in de middenklasse (de niet arme of rijke mensen) flink aan het groeien. Toch valt nog een groot deel van de bevolking in deze landen onder de armere klasse. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk 4. Veel mensen werken in de industrie. 
- De lonen zijn laag maar de mensen hebben wel voldoende kennis om producten in elkaar te zetten.  
- De grond in in deze landen is vaak goedkoop. 
- De milieuregels zijn vaak soepeler dan in de centrumlanden. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld semi-periferie: BRICS landen
BRICS
- Brazilië
- Rusland
- India
- China
- Zuid-Afrika (South Africa) 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Periferie 
- Landen met een laag HDI
- Ook wel derde wereldlanden of ontwikkelingslanden genoemd. 
- Meeste mensen werken in de landbouw (primaire sector).
- Periferie blijft vaak arm. 


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: 
Lz P3
M P3: 1 t/m 8 
L: Par 3
Extra P1: De wereld van Nike




Lz P3

M P3: 1 t/m 8 

L: Par 3


Slide 34 - Slide

This item has no instructions