dikke darm, lesweek 1.8

dikke darm
lesweek 1.8
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

dikke darm
lesweek 1.8

Slide 1 - Slide


nummer 8 is
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Lever

Slide 2 - Quiz

welke voedingsstof wordt al in de mond afgebroken?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitaminen

Slide 3 - Quiz

uit welke stof zijn koolhydraten opgebouwd?
A
aminozuren
B
vetzuren
C
glucose
D
triglyceride

Slide 4 - Quiz

Hoe komt het dat je niet verslikt als je eet?
A
het strotklepje gaat naar boven
B
het strotklepje gaat naar beneden
C
de huig gaat naar boven
D
de huig gaat naar beneden

Slide 5 - Quiz

waar wijst roestbruin of koffiekleurig braaksel op?
A
gal
B
oud voedsel
C
veel vers bloed tgv een maagbloeding
D
oud bloed, vaak bij een kleine bloeding

Slide 6 - Quiz

welke stof zorgt voor stevigheid van de botten>
A
zouten
B
calcium
C
ijzer
D
kalium

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de aminozuren die het lichaam niet zelf aan kan maken?
A
essentiële aminozuren
B
niet-essentiële aminozuren

Slide 8 - Quiz

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 9 - Drag question

Wat is de juiste volgorde van de volgende organen?
A
Dunne darm, dikke darm, twaalfvingerige darm, endeldarm
B
Twaalfvingerige darm, dikke darm, dunne darm, endeldarm
C
Dunne darm, twaalfvingerige darm, dikke darm, endeldarm
D
Twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm

Slide 10 - Quiz

Wat is een ander woord voor alvleesklier?
A
hepar
B
oesofagus
C
duodenum
D
pancreas

Slide 11 - Quiz

Welk nummer
is de alvleesklier
A
2
B
4
C
3
D
6

Slide 12 - Quiz


nummer 6
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Lever

Slide 13 - Quiz

Wat is een ander woord voor dikke darm?
A
duodenum
B
colon
C
oesofagus
D
ileum

Slide 14 - Quiz

Dikke darm

Slide 15 - Slide

Wat gebeurt er nog in de dikke darm?
  • rotting door darm bacteriën.  Hier komt vitamine K bij vrij.
  • resorptie van water, het lichaam haalt continue water terug uit de darm naar het lichaam.
  • transporteren van de restanten richting de anus

Slide 16 - Slide


A

Slide 17 - Quiz

ontlasting
wordt opgeslagen in de S-vormige darm.
gaat bij voldoende vulling door naar het rectum
dan ontstaat defecatiedrang
door peristaltische bewegingen van de darm
door te persen

Slide 18 - Slide