Hoofdstuk 5.4 Grammatica Voorzetsels

Voorzetsels
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voorzetsels

Slide 1 - Slide

doel:
Aan het eind van deze les weet je wat voorzetsels zijn 
en kun je voorzetsels herkennen in een zin. 

Slide 2 - Slide

Voorzetsels
boek blz. 226

Slide 3 - Slide

filmpje
Je gaat dadelijk een filmpje bekijken. 
'De hond en de zetel  (= stoel)
Opdracht: tel het aantal voorzetsels dat gebruikt is in dit fimpje.
Het antwoord moet je na het filmpje geven. 

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Er zijn..... voorzetsels gebruikt.

Slide 6 - Open question

Voorzetsel

Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak.


Een voorzetsel staat meestal vóór een lidwoord of een voornaamwoord met een zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Slide

nu zelf....
Pak doos en een kleiner voorwerp (bijvoorbeeld een pen, een kopje, een tennisbal...)
Maak 5 foto's zodat ik  verschillende voorzetsels kan zien... (je legt het voorwerp dus steeds anders... en weer een foto)

Slide 8 - Slide

foto 1

Slide 9 - Open question

foto 2

Slide 10 - Open question

foto 3

Slide 11 - Open question

foto 5

Slide 12 - Open question

maar...
Niet alle voorzetsels kun je zichtbaar maken.
Bijvoorbeeld na, tijdens, gedurende....Denk dan aan het woord
feest.

Slide 13 - Slide

dus...
Voor het feest moest ik alle hangtafels klaar zetten en de slingers ophangen. Maar: na het feest moest ik alles nog opruimen. 

Slide 14 - Slide

onthouden
.......  de zetel  (de kast)
...... het feest

woorden die je op de .... kunt zetten, noem je voorzetsels. 
voor
achter
naast
onder
boven
in
uit
tijdens
op
tussen
na
gedurende

Slide 15 - Slide

learningapp
Maak de volgende opdracht.
Maak een schermafbeelding

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

resultaat

Slide 18 - Open question

en nog een opdracht
Denk aan de schermafbeelding!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

resultaat

Slide 21 - Open question

bijna klaar...
Schrijf in de volgende slide wat je van deze les vond. Gebruik in jouw tekst 3 voorzetsels. 


Slide 22 - Slide

mijn tekst.... met 3 voorzetsels.

Slide 23 - Open question

Sluit deze les af met een x

Tot de volgende les.

Slide 24 - Slide