This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
H8 Burgers en stoommachines
8.1 De Industriële revolutie
Slide 2 - Slide
kenmerkende aspecten
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
Een industriële samenleving is een samenleving waarin de meeste goederen in fabrieken worden gemaakt en veel mensen in steden wonen.
Slide 3 - Slide
Snelle, onverwachte en dramatische revolutie
Geleidelijke, maar ook ontzettend invloedrijke revolutie
Slide 4 - Slide
Engeland 1700
Slide 5 - Slide
Engeland 1800
Slide 6 - Slide
Waarom begon de Industriele revolutie juist in Groot-Brittannie?
Slide 7 - Slide
Agrarische revolutie zorgt voor bevolkingsgroei
Agrarische revolutie: verbeterde landbouw 18e eeuw
zorgt voor grote bevolkingsgroei met behoefte naar textiel
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Medische uitvindingen
Slide 10 - Slide
Grondstoffen en afzetmarkt
Een groot koloniaal rijk
zorgt voor grondstoffen en een afzetmarkt
Slide 11 - Slide
Ruwe katoen
Textiel
Luxe producten, Thee, Geld voor investeringen
Schema waarin je ziet dat de VS, GB en Brits Indië met elkaar verbonden zijn d.m.v goederen- en geldstromen
Slide 12 - Slide
Rijke handelaren
Rijke handelaren
Om de concurrentie voor te blijven wilden handelaren steeds goedkoper werken
Slide 13 - Slide
Schietspoel 1733
Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.
Slide 14 - Slide
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 15 - Slide
Cotton Gin
1793
Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). Gevolg?
Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...
Slide 16 - Slide
Ook een transportrevolutie: verbeterde transportmogelijkheden (kanalen, spoorwegen). Langs kanalen werden fabriekshallen gebouwd die werken op waterkracht!!
Slide 17 - Slide
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Door de verbeteringen van James Watt kon de stoommachine pas echt worden ingezet (1764)
Waterkracht werd vervangen door stoomkracht!
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 18 - Slide
Door de transportrevolutie en stroomkracht kunnen grote hoeveelheden over land worden vervoerd
om toch de huur te kunnen betalen --> huisnijverheid: thuis fabriceren voor extra inkomsten
Slide 20 - Slide
Veranderingen in de landbouw
Rond 1750 boeren in de problemen door:
grotere afhankelijkheid van huisnijverheid, maar dan ...
Huisnijverheid kan niet concurreren tegen fabrieken --> boeren trekken naar de stad (urbanisatie)
Fabrieksbazen kregen zo beschikking over veel (goedkope) arbeidskrachten
Fabrieken groeien --> meer productie --> lagere prijzen --> meer boeren trekken naar de stad
Slide 21 - Slide
van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
Slide 22 - Slide
Urbanisatie
Slide 23 - Slide
Handelskapitalisme wordt Industrieel kapitalisme
Industrieel kapitalisme : Het verschijnsel waarbij ondernemers streven naar het maken van zoveel mogelijk winst door het fabrieksmatig produceren van goederen.