Present Continuous

Present Continuous - Duurvorm
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Present Continuous - Duurvorm

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les kan je
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Welke 3 vormen van het werkwoord "to be" (zijn) ken je in het Engels in de tegenwoordige tijd?

Slide 3 - Open question

Hoe ziet de Present Continuous eruit?
Bestaat ALTIJD  uit TWEE woorden: 
am / are / is 
+
Werkwoord eindigend op -ing:

He is working at the moment.

Slide 4 - Slide

1: Kijk wat het onderwerp is

2: Zoek de juiste vorm van "to be" erbij

3:  Plak -ing achter het zelfstandig werkwoord (Let op de spelling)

Libby ............ .......................  a hamburger at the moment. 
Welke stappen moet je zetten om de juiste vorm te maken? 

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • Als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment, NU. 
  • In het Nederlands vertaal je vaak  met "aan het.."

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Ik ben nu tegen mijn computer AAN HET  schreeuwen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Timmy zit op een warme toiletbril 
(dus niet altijd "aan het"...)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

De katten zijn op alle knopjes in de lift aan het drukken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing

Slide 11 - Slide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running

Slide 12 - Slide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 13 - Quiz

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 14 - Quiz

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 15 - Quiz

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 16 - Quiz

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 17 - Quiz

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 18 - Quiz

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 19 - Quiz

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 20 - Quiz

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 21 - Slide

Ik weet hoe ik een present continuous moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik weet wanneer ik een present continuous moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link