Schrijfvaardigheid - Formele Brief tips

Formele brief

Formal writing Year 4 - TL/HAVO




ERROR ANALYSIS
The most common mistakes 
TIPS & TRICKS
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Formele brief

Formal writing Year 4 - TL/HAVO




ERROR ANALYSIS
The most common mistakes 
TIPS & TRICKS

Slide 1 - Slide

GEEN AFKORTINGEN

Schrijf alles volledig uit! 

Don't = Do not 
Can't = Cannot 
Haven't = Have not 
Isn't = Is not 
Wouldn't = would not 

Slide 2 - Slide

Schrijf alles volledig uit!
Gonna 
Wanna
Gotta
Gimme 

Slide 3 - Slide


Dear Mr King, 
Dear Miss Alrubaiy,





Yours sincerely

Dear Sir or Madam,




Yours faithfully

Slide 4 - Slide

Spelling
  • full or ful? 


woorden die eindigen in ful, hebben ÉÉN 'l'
 beautiful, wonderful, respectful, etc., 

Slide 5 - Slide

Samen schrijven of apart?
De volgende woorden schrijf je uit elkaar
of course, all right

De volgende woorden schrijf je samengevoegd
everyone, someone, anyone, cannot 

Slide 6 - Slide

The most common mistakes

Homophones
woorden die dezelfde uitspraak hebben maar een andere betekenis hebben


Slide 7 - Slide

A/An
Wanneer je welke gebruikt hangt af van hoe de eerste letter van het volgende woord klinkt.

Eerst volgende letter klinkt als een medeklinker: A
a book, a tree, a bike, a train

Eerst volgende letter klinkt als een klinker: AN
an apple, an event, an ugly shirt, an igloo

Slide 8 - Slide

Let op!!!!!!!
Let goed op bij deze woorden:
A university, a uniform, a unicorn  
Hierbij spreek je de 'u' uit als 'joe' dus gebruik je 'A'' in plaats van ''AN

An hour                                    
Hierbij spreek je de 'h' niet uit dus gebruik je 'AN' in plaats van ''A''

Slide 9 - Slide

It's / Its
It's                 verkortte vorm van "it is" en "it has"
'it is a lovely day today'' 

Its                bezittelijk voornaamwoord: van "it" 
Geeft dus bezit aan bij het woord '''het'' 
''A car is no good without its wheels.''

Slide 10 - Slide

Then / Than
Then               geeft tijd of consequentie aan
''He did a flip, then he scored the winning goal.''


Than              gebruik je bij een vergelijking
''The sequel is even worse than the first film.''

Slide 11 - Slide

You're / Your


You're                     verkortte vorm van "you are"
Your                  bezittelijk voornaamwoord: van "you"

Slide 12 - Slide

Too / To


Too
                   betekent "ook", of geeft "heel veel" aan

     To                voorzetels, je gaat ''naar'' iets toe of je geeft iets ''aan'' een persoon.

Slide 13 - Slide

They're / Their / There

They're                  verkortte vorm van "they are"

Their                 bezittelijk voornaamwoord: van "they"

There                    geeft een 'plaats' aan

Slide 14 - Slide

Where, Were, We're
Where                vragende voornaamwoord voor 'plaats'
''Where is Lena going?''

Were                 verleden tijd voor 'to be' (am/are/is)
''We were having the time of our lives.''

We're               verkortte vorm van "we are"
''We are really grumpy in the morning.''


Slide 15 - Slide

Never write "u"... always write "you"
My favourite subject is French because
u don’t have to do much.
My favourite subject is French because
you don’t have to do much.

Slide 16 - Slide

Which, witch is which?

witch = heks

which = welk/welke
(not wich!)


We see my grandparents a lot,
witch I really like.

We see my grandparents a lot,
which I really like.

Slide 17 - Slide

"I" (ik) is always written with a capital letter !!!

i  >  NO !!!  >  I
i'am  >  NO !!!  > I'm
i'm  >  NO !!!  >  I'm

i never want to see this...
I want to see this!

My name is Fatima and im twenty-something years old.

My name is Fatima and 
I am twenty-something years old.



Slide 18 - Slide

OK, thanks. That's it for now...

Not too hard, is it? Pay attention to those top common
mistakes when writing your letter and everything will be easy peasy lemon squeezy ;) 

Slide 19 - Slide