1. Je leest goed de tekst (welke informatie heb ik precies nodig?)
2. Je noteert de breuk die je nodig hebt.
3. Zijn er gemeenschappelijke delers die je kan gebruiken? (denk aan de tafels of gebruik bijvoorbeeld getallen als 2, 5, 10, 20 etc.). Probeer deze uit en zoek de grootst mogelijke deler. Er kan geen kommagetal uitkomen.
4. Maak de breuk zo klein mogelijk
6 2 1
- --> - --> - (6 en 18 kun je delen door 3, 2 en 6 kan je weer delen door 2)
18 6 3