Les 3 Vertekening door cilindercorrecties waarnemer

Vertekening door cilindercorrecties 
Voorbeeld vanuit de waarnemer
1 / 14
next
Slide 1: Slide
OBMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vertekening door cilindercorrecties 
Voorbeeld vanuit de waarnemer

Slide 1 - Slide

 Het voorschrift luidt:
R. S +2,50 = C + 0,5 as 80°
L. S +2,00 = C + 0,75 as 105°
Hij kijkt door zijn correctie (dus via het 2e grensvlak). Gebruik je geodriehoek om te bepalen op welke as de cilinder zit als de klant door het glas kijkt. Voor de waarnemer staat de as in spiegelbeeld. In deze situatie dus op 

Slide 2 - Slide






R. S +2,50 = C + 0,5 as 80°
Voor de waarnemer staat de as in spiegelbeeld
as 100





L. S +2,00 = C + 0,75 as 105°
Voor de waarnemer staat de as in spiegelbeeld
as 75 

Slide 3 - Slide

Manieren van berekenen
Manier 1: bereken hoe de lijn verdraaid en dan de verdraaide lijn in spiegelbeeld zetten. (wij gaan deze gebruiken)
Manier 2: Berekenen in welke richting de as van de cilinder staat als je door de correctie kijkt en daarna bereken hoe de lijn verdraaid. 

Slide 4 - Slide

Opdracht 35 werkboek 
Een klant kijkt met zijn rechteroog door zijn correctie naar een horizontale lijn. Hij draagt een correctie van C + 6,00 as 136°op een h.a. van 12,5 mm. Hoe zal de klant de lijn waarnemen?
Via manier 1
α = 180 -136= 44°     
 C = 6   
𝑎=ℎ.𝑎.+1,5𝑚𝑚=12,5+1,5=14𝑚𝑚=0,014𝑚.

Slide 5 - Slide

tan β = (a* C)/2 sin 2α
tan β = (0,014*6)/2 sin 2* 44
tan β = 0,084/2 sin 2* 44
tan β = 0,042 * sin 2* 44
tan β = 0,042 * sin 88
tan β = 0,042 * 0,999390
tan β = 0,042
β = 2,4°









De lijn verdraaid dus 2,4° naar 2,4°. De klant ziet de lijn in spiegelbeeld, dus:




Slide 6 - Slide

tan β = (a* C)/2 sin 2α
tan β = (0,014*6)/2 sin 2* 44
tan β = 0,084/2 sin 2* 44
tan β = 0,042 * sin 2* 44
tan β = 0,042 * sin 88
tan β = 0,042 * 0,999390
tan β = 0,042
β = 2,4°
De lijn verdraaid dus 2,4° en gaat van 0 graden naar 2,4°.







C in + as verdraaiing van de plus as af  
De klant ziet de lijn in spiegelbeeld, dus: 
180-2,4 = 177,6°. 



Slide 7 - Slide

Verdraaien van een vierkant
Een vierkant opgebouwd uit twee verticale en twee horizontale lijnen. Wordt er naar dit vierkant gekeken door een cilinder met een scheve asrichting dan zal hij niet worden waargenomen als een vierkant maar als een ruit.

Slide 8 - Slide

De horizontale lijn  180°
α = 25°   C = 4,0
a = ha + 1,5 mm = 16,5 + 1,5 = 18 mm = 0,018 m.
tan β = (a * C)/2 sin 2α
tan β = (0,018* 4)/2 sin 2* 25
tan β = 0,072/2 sin 2* 25
tan β = 0,036 * sin 50
tan β = 0,036 * 0,766
tan β = 0,0276
β = 1,58°




C in + as verdraaiing van de plus as af

 



De klant ziet de lijn in spiegelbeeld, dus: 0+1,58=1,58

Slide 9 - Slide

Opdracht 37 werkboek 
Iemand kijkt door zijn correctie van S + 1,00 = C + 4,0 as 25° naar een vierkant. De h.a. is 16,5 mm.
a. Hoe wordt het vierkant waargenomen door deze persoon? 
b. Hoe groot wordt elke hoek van het vierkant door de persoon waargenomen?

Slide 10 - Slide

De verticale lijn 90°
α= 90-25= 65°
C=4,0
𝑎=ℎ.𝑎.+1,5𝑚𝑚=16,5+1,5=18𝑚𝑚=0,018𝑚.𝑡𝑎𝑛𝛽=(𝑎∙𝐶)/2 *𝑠𝑖𝑛2𝛼
𝑡𝑎𝑛𝛽=(0,018∙4)/ 2* 𝑠𝑖𝑛2∙65
𝑡𝑎𝑛𝛽=0,036∙𝑠𝑖𝑛130
𝑡𝑎𝑛𝛽=0,036∙0,766
𝑡𝑎𝑛𝛽=0,0276
𝛽=1,58°
C in + as verdraaiing va plus as af



De klant ziet de lijn
in spiegelbeeld,
 dus: 
90-1,58=88,42

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

b. De grootte van de hoeken:
2 grootte hoeken
90+ 2* 𝛽
90+ 2 *1,58° =93,16° 
2 kleine hoekne
90- 2 *𝛽
90- 2 *1,58° =86,84° 

Slide 13 - Slide

Opdracht 38 werkboek 
Zelfmaken 
Een persoon heeft voor rechts een correctie van C –5,0 as 30°. Hij draagt de bril op een h.a. van 14,5 mm. 
a. Hoe wordt een zuiver vierkant door de persoon waargenomen als hij door zijn correctie kijkt?
b. Hoe groot wordt elke hoek door de persoon waargenomen?

Slide 14 - Slide