SO Klas 4 Rechtbank

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Korte uitleg

-We bekijken de film over de rechtbank.
-Na een aantal minuten wordt de film op stop gezet en je maakt vervolgens 5 vragen. Er zijn totaal 15 vragen.

-De vragen komen op het scherm. Je vult a,b,c of d in op je blad!

Let op! Na een vraag komt in beeld dat alle antwoorden goed zijn, dit is uiteraard niet zo!

Vraag 1:
Over welk strafbaar feit gaat deze zaak voornamelijk?

1. Mishandeling
2. Openlijke geweldpleging
3. Verstoren openbare orde
4. Zedendelict

Vraag 2:
De zaak dient als.......

1. Kantonzaak bij meervoudige kamer
2. Kantonzaak bij politierechter
3. Strafzaak bij meervoudige kamer
4. Hoger beroep bij gerechtshof

Vraag 3:
De verdachte wordt een 'veelpleger' genoemd, dat wil zeggen.......?

1. Het plegen van een misdrijf op kantoor
2. Hij doet aan zware criminaliteit
3. Hij is een recidivist
4. Hij was tot nu toe onschuldig door gebrek aan bewijs

Vraag 4:
Wie komen er aan het begin binnen?

1. 2 rechters en 2 anderen
2. 3 rechters en een griffier
3. 1 politierechter, 2 advocaten en een griffier
4. 4 juryleden

Vraag 5:
De zitting wordt geopend door?

1. OvJ
2. Advocaat
3. Parketwacht
4. Rechter

Vraag 6:
De verdachte is aanwezig.....

1. Omdat hij dat zelf wil
2. De politie hem heeft gebracht
3. Zijn vrouw zei dat hij moest gaan
4. Door de dagvaarding

Vraag 7:
Wat was het gepleegde delict op 11 januari?

1. Autoruit vernielen
2. Laminaat kapot maken
3. Getuige slaan
4. Slachtoffer bedreigen

Vraag 8:
Het slachtoffer deed aan:

1. Zelfverdediging
2. Immateriële schade
3. Agressie
4. Aangifte

Vraag 9:
De advocaat ondervraagt de getuige. Welke fase van de rechtszitting is dit?

1. pleidooi
2. vonnis
3. getuigenverhoor
4. requisitoir

Vraag 10:
Wat bedoeld de verdachte met 'maatschappelijke druk'?

1. Druk van gemeente
2. Druk van werkgever
3. Groepsdruk
4. Immateriële schade

Vraag 11:
Wat is voorwaardelijke straf?

1. De verdachte hoeft de straf niet uit te zitten, tenzij hij in herhaling valt
2. Dat er voorwaarden zijn aan de straf die het slachtoffer bedenkt
3. De rechter legt uit waarom de verdachte straf krijgt
4. De advocaat wil nog extra tijd om over de straf na te denken

Vraag 12:
Wat is de oorzaak van zijn criminele gedrag?

1. Drugs
2. Groepsdruk
3. Opvoeding
4. Opleiding

Vraag 13:
'Ik acht het wettig en overtuigend bewezen' betekent:

1. Ik seponeer de zaak
2. Dit is mijn requisitoir
3. Ik ga in hoger beroep
4. Hij is schuldig

Vraag 14;
Wat is de taak van de reclassering met deze persoon?

1. Schadevergoeding vragen
2. Aan nieuw werk helpen
3. Taalcursus aanbieden
4. Schadevergoeding laten betalen

Vraag 15:
Wat zal de reden zijn van de straf?

1. Beschermen van de samenleving
2. Vergelding
3. Leren van fouten
4. Wraak