This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Hygiëne
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Na deze les kun jij:
handhygiëne toepassen volgens protocol
juiste manier handschoenen aan- en uittrekken
Slide 2 - Slide
Wat is het belang van handen wassen in de zorg?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Handhygiëne
Wassen met water en zeep of het gebruik van handalcohol. Wassen met water en zeep is nodig bij zichtbaar vervuilde handen of plakkerig aanvoelende handen.
Slide 5 - Slide
Handalcohol gebruik
Bij zichtbaar schone handen die niet plakkerig aanvoelen.
Slide 6 - Slide
Handschoenen dragen, wanneer?
Bij contact met lichaamsvocht, slijmvliezen en /of niet intacte huid.
Als er kans is om bepaalde micro organismen over te dragen,
Als je zelf wondjes aan de handen hebt.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
www.shop-van-manen-hygieneproducten.com
Slide 9 - Link
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat versta je onder persoonlijke hygiëne?
Slide 12 - Open question
Opdracht:
Elk teamlid kiest één ander teamlid om de persoonlijke hygiëne van elkaar in kaart te brengen. Neem hiervoor in totaal 3 minuten.
3. Als bij iedereen de persoonlijke hygiëne in beeld is gebracht, voer je met elkaar een kort nagesprek over de punten die nog aandacht vragen.
Slide 13 - Slide
opdracht 1
handen wassen
studenten oefenen met handen wassen volgens een protocol en geven elkaar feedback
Slide 14 - Slide
opdracht 2
Handschoenen aan- en uittrekken
Slide 15 - Slide
Handen wassen hoort bij een goede hygiëne
A
Onjuist
B
Juist
Slide 16 - Quiz
Bij het handen wassen maak je gebruik van?
A
Koud water
B
Handwarm water
C
Zo warm mogelijk water.
Slide 17 - Quiz
Hoe lang moet je je handen wassen?
A
10 seconden
B
30 seconden
C
Maakt niet uit
D
20 seconden
Slide 18 - Quiz
Wat is de beste manier van handen wassen?
A
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met handdoek
B
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met papier
C
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met papier, desinfecteren
D
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met handdoek, desinfecteren